Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
primair: te bepalen dat de man ex artikel 21 van de huwelijkse voorwaarden uit hoofde van de verrekening van de meerwaarde van de echtelijke woning aan de vrouw dient te betalen een bedrag van € 486.555,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van beëindiging van de samenleving, subsidiair de datum van het indienen van het verzoek tot echtscheiding;
primair: de man te veroordelen aan de vrouw te betalen uit hoofde van de verrekening van inkomsten tijdens het huwelijk een bedrag van € 2.697.325,50 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de indiening van het echtscheidingsverzoek, 4 mei 2011, tot de dag der algehele voldoening en te vermeerderen met de ingehouden winsten van [onderneming] B.V. voor het jaar 2010;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Boogaard;
- de man, bijgestaan door mr. Pijls-olde Scheper.
3.De beoordeling
Inkomen
Belastingen
- bepaald dat op grond van artikel 21 van de huwelijkse voorwaarden geldt dat de woning aan de [adres] te [woonplaats 2] slechts betrekking heeft op perceel [perceel 1] en niet op perceel [perceel 2] ;
- de verdeling van de inboedel vastgesteld, zoals overwogen in rov. 2.8.1 en 2.8.2;
- bepaald dat de vrouw aan de man in verband met de verkoop van de auto dient te voldoen een bedrag van € 7.406,50;
- de man veroordeeld om in het kader van de verrekening van in [onderneming] B.V. gebleven inkomsten aan de vrouw te betalen een bedrag van € 54.356,50 (na aftrek van dividendbelasting € 40.767,37);
- afgewezen de verzoeken I primair, II, III, primair, IV (voor zover niet ten aanzien van [onderneming] B.V. toegewezen), V, VI, VII, VIII en IX van de vrouw en de verzoeken III, VI, VII, VIII, X (voor zover niet toegewezen) van de man:
- met betrekking tot de verzoeken I, subsidiair van de vrouw en I, II en V van de man het navolgende bepaald:
- dat de vrouw een deskundige dient aan te wijzen die de woning (uitsluitend perceel [perceel 1] ) op haar kosten gaat taxeren (naar de waarde per peildatum 4 mei 2011);
- dat indien deze waardering duidelijk afwijkt van de waardering zoals volgt uit het door de man overgelegde rapport (productie 27 bij verweerschrift), de taxateur die het door de man overgelegde rapport heeft opgemaakt en de door de vrouw aangewezen deskundige een derde deskundige dienen aan te wijzen, die opnieuw zal taxeren, waarbij de kosten van de derde deskundige ten laste komen van beide partijen, ieder voor de helft;
- woning aan de [adres] te [woonplaats 2] (grief 1 principaal appel);
- wijze van bepalen meerwaarde woning aan de [adres] te [woonplaats 2] (grief 2 principaal appel, grief 1 tot en met 3 incidenteel appel);
- verrekening van inkomsten ingevolge artikel 12 van de huwelijkse voorwaarden (grief 3 principaal appel);
- verlies in [rederij] (grief 4 en 5 incidenteel appel);
- Volkswagen Touareg met kenteken [kenteken] (grief 4 principaal appel);
- de inboedel (grief 5 principaal appel);
- voorschot ad € 75.000,- (grief 6 incidenteel appel).
primairvan de vrouw wordt afgewezen, het verzoek onder IV van de man kan worden toegewezen.”
het woonhuis met erf, schuur en verder toebehoren, staande en liggende aan de [adres] te [postcode] [woonplaats 2] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] , sectie [sectieletter] nummer [perceel 1] , groot twaalf are zeventig centiare en niet ook op de door de man op een later moment aangekochte
boomgaardplaatselijk bekend te [woonplaats 2] , [adres] , kadastraal aangeduid als [perceel 2] .
De Aandelen, alsmede al hetgeen daarvoor in de plaats treedt en de vruchten van een en ander, vallen niet in enige gemeenschap van goederen waarin de Begiftigde[de man, hof]
is gehuwd of mocht huwen en kunnen evenmin worden betrokken in een bij huwelijksvoorwaarden overeengekomen deelgenootschap of verrekenbeding.”
4.De beslissing
H.J. M . van Arkel-van Gasselt en is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2017.