Uitspraak
datum beslissing: 26 september 2017
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 september 2017 uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de raadsheren F.P.E. Wiemans, P.T. Gründemann en J.M.G. Brughuis. Het verzoeker, die in een strafzaak met parketnummer 20-002963-16 betrokken was, had op 12 juli 2017 tijdens een zitting in hoger beroep om wraking verzocht. De verzoeker stelde dat de raadsheren vooringenomen waren, omdat zij zijn verzoek om aanhouding van de behandeling van de zaak hadden afgewezen. De wrakingskamer heeft het verzoek op 12 september 2017 behandeld, waarbij de raadsheren en de verzoeker niet aanwezig waren, maar de advocaat-generaal wel. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de beslissing van de strafkamer om het verzoek tot aanhouding af te wijzen niet gepaard ging met omstandigheden die duiden op vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid en heeft het wrakingsverzoek afgewezen. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en het proces in de hoofdzaak kan worden voortgezet.