Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- de heer [belanghebbende] (hierna te noemen: de vader);
- de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg (hierna te noemen: de GI);
- mevrouw [pleegmoeder] en de heer [pleegvader] (hierna te noemen: de pleegmoeder, respectievelijk de pleegvader, tezamen de pleegouders).
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. R. Odink, waarnemer voor mr. Quindt;
- de raad, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van de GI] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 4 april 2017;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 22 augustus 2017;
- het V-formulier met brief van de advocaat van de moeder d.d. 27 september 2017;
- het faxbericht met bijlagen van de GI d.d. 10 oktober 2017 (op verzoek van het hof).
3.De beoordeling
De moeder heeft nooit achter de uithuisplaatsing van [minderjarige] kunnen staan.
Het is begrijpelijk dat [minderjarige] last heeft van de situatie waarin zij steeds opnieuw wordt geconfronteerd met de ouders die bestrijden dat er iets aan de hand is en aan haar blijven trekken om terug te keren, terwijl [minderjarige] ervaart dat de rust, regelmaat en duidelijkheid die haar door de pleegouders worden geboden, prettig zijn voor haar.
De moeder heeft veel moeite om de zaken te overzien, om oorzaak en gevolg met elkaar te verbinden, om aangesproken te worden op haar eigen aandeel en om te handelen in het belang van [minderjarige] . Vanwege het blijvend verschil van inzicht tussen de moeder en de GI is samenwerking in een vrijwillig kader al langdurig niet meer haalbaar.
nuin het belang van [minderjarige] acht. Gelet hierop verwacht het hof dat – als de bestreden beschikking wordt vernietigd en het verblijf van [minderjarige] wordt gecontinueerd met een jaarlijks te verlengen ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing – de situatie omtrent het perspectief van [minderjarige] onrustig blijft voor haar. Reden waarom het hof gezagsbeëindiging van de moeder noodzakelijk acht in het belang van [minderjarige] , om haar zo de helderheid te geven waar zij recht op heeft.