Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,hierna aan te duiden als [geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde 2] ,
[de vennootschap 3] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna aan te duiden als [de vennootschap 2] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/296572 / HA ZA 15-181)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de bij H-formulieren van 12 en 25 september 2017 door curatoren toegezonden producties, die curatoren bij pleidooi in het geding hebben gebracht.
3.De beoordeling
Faktuurnr [factuurnummer 1] d.d. 11-07-11 Blok B termijn 6+7, Blok C termijn 3, Meerwerk voorschot ad (in totaal) € 23.000,=
kopersaan
opdrachtgeverbedragen verschuldigd zullen zijn ter zake de grondtransacties en bouwtermijnen en dat zij die bedragen mogen verrekenen met de bedragen die
opdrachtgeveraan [de vennootschap 2] (als uitvoerder) verschuldigd is ter zake de door
uitvoerderin opdracht van
opdrachtgeververrichte werkzaamheden voor het project De Werf te [plaats 1] .
Artikel 4 van die overeenkomst luidt:
‘
Partijen verklaren dat de onderhavige overeenkomst mede kan worden gezien als de ex artikel 94 lid 1 Boek 3 Burgerlijk Wetboek genoemde akte, en dat door ondertekening door opdrachtgever de tevens in dat lid vereiste mededeling is gedaan zodat er sprake is van een voltooide cessie zodat de vorderingen die uitvoerder op opdrachtgever had nu zijn overgegaan op kopers ten gevolge waarvan kopers de vorderingen direct kan verhalen op de opdrachtgever.’
Per de in het hoofd van deze akte genoemde datum van overeenkomen zijn de navolgende termijnen (inclusief omzetbelasting) verschuldigd:
- termijn grondkosten € 108.000,=
- 1ste termijn gereed op 15-08-2011 € 11.200,=
- 2de termijn gereed op 21-09-2011 € 22.400,=
[de vennootschap 4] (hierna: [de vennootschap 4] ), had met de gemeente Etten-Leur op
23 maart 2011 een realisatieovereenkomst gesloten, op grond waarvan [de vennootschap 4] gehouden was een cluster bouwgrond van de gemeente af te nemen. [de vennootschap 4] had in overleg met [de vennootschap 1] voor deze bouwgrond een bouwplan ontwikkeld en was met [de vennootschap 1] overeengekomen dat het gehele bouwplan in opdracht en voor rekening van [de vennootschap 1] zou worden gerealiseerd en afgewerkt. [de vennootschap 1] was bevoegd de percelen grond te verkopen en de levering van de bouwkavels zou rechtstreeks door de gemeente aan de door [de vennootschap 1] aan te wijzen kopers geschieden (prod. 18A, pag. 3 CvA). De vordering van [de vennootschap 1] op de kopers ter zake de grondprijs zou aan [de vennootschap 4] worden gecedeerd. De winst op de grond en de aanneemsom (bouwtermijnen) zouden aan [de vennootschap 1] toekomen.
Mr. Oonk-Pallandt is tot bewindvoerder benoemd. De surseance van betaling is op 14 oktober 2011 omgezet in faillissement, met benoeming van de curatoren in hun hoedanigheid.
de rechtshandelingen die ten grondslag liggen aan de overname van de schulden en de verrekening hiervan met de koopprijs voor de onroerende zaken’.
ABN AMRO/Van Dooren q.q. III).
Bakker/Katko).
Zo heeft [de directeur van de vennootschap 1] (prod. 4 bij inl. dagv.) dienaangaande schriftelijk verklaard:
“(…) [de vennootschap 1] is -kort gezegd- in de financiële problemen geraakt doordat de bank geweigerd heeft een extra krediet te verstrekken. Voor de bouwvakantie (juni 2011) zag ik aankomen dat [de vennootschap 1] een extra tijdelijk krediet nodig had. De onderneming stond destijds in continue contact met de bank, omdat maandelijks een liquiditeitsbegroting overgelegd diende te worden dit nog in verband met een vier jaar eerder verstrekt groter krediet. De liquiditeitsbegroting gaf toen aan dat drie maanden later het extra krediet volledig kon worden terug betaald. Ik heb altijd de verwachting gehad -doordat de liquiditeitsbegroting positief was- dat het extra krediet verstrekt zou worden. (…) Ik heb de heer [geïntimeerde 2] toegezegd dat na de bouwvakantie betaling zou volgen van de openstaande facturen. Ik heb hem toegelicht dat er sprake was van financiële moeilijkheden en dat ik in afwachting was van een reactie van de bank voor het verstrekken van een tijdelijk extra krediet. Ik heb hem ook meegedeeld dat ik de verwachting had dat de bank haar medewerking zou verlenen. (…). Ik vind het nog steeds jammer dat het zo heeft moeten lopen aangezien uit de liquiditeitsbegroting volgde dat [de vennootschap 1] het aanvullende krediet drie maanden later zou kunnen terugbetalen.(…)”[hoofd financiën en P&O van de vennootschap 1] heeft daarover schriftelijk verklaard (prod. 20 CvA):
“(…) [de vennootschap 1] zat al enige tijd bij bijzonder beheer, al vanaf 2009. De bank heeft ons toen zonder veel problemen 5 ton extra geleend en sindsdien staan we onder extra toezicht van de bank. Wij zaten bij de goede kant van de afdeling bijzonder beheer, voor bedrijven die doorgaan. De bank heeft ons sindsdien steeds gesteund. Wij werden ook begeleid door een advocaat. Al die tijd ging het met ups en downs. Zo is de periode van de bouwvakvakantie en kort daarna altijd een lastige periode. Er wordt dan geen omzet gemaakt, maar de kosten lopen gewoon door. Ook zijn de crediteuren na de bouwvak weer vier weken ouder geworden. Dat was in 2011 na de bouwvak niet anders. We hadden dan ook liquiditeitskrapte en konden niet aan al onze verplichtingen voldoen. We hadden dan ook in die periode, ook ten tijde van de transactie met [geïntimeerde 2] , eind september 2011, wekelijks contact met de bank. We gaven dan informatie en prognoses. Ook de transactie met [geïntimeerde 2] hebben we met de bank besproken. Op het moment dat wij die transactie met [geïntimeerde 2] deden lag er een vraag voor extra krediet bij de bank ter beoordeling. We verwachtten dat we dat wel zouden krijgen. Daarnaast hadden we ook andere kastanjes in het vuur. Zo waren we bezig met de verkoop van een ander groot project (…) Bij de verkoop daarvan zouden er een paar grote bankgaranties vrijvallen, waardoor onze liquiditeitspositie aanzienlijk zou verbeteren. De bank had ons ook de opdracht gegeven projecten en woningen te verkopen. Daar waren we dan ook druk mee in de weer. (…) Wij verwachtten opbrengsten uit die verkopen. (…) op het moment dat wij de transactie deden met [geïntimeerde 2] hadden wij goede hoop dat we overeind zouden blijven en dat hebben we ook steeds zo tegen [geïntimeerde 2] gezegd. (…)”.
“het geheel als een kaartenhuis in elkaar viel”, respectievelijk
“de bank de stekker eruit”trok en dat onderaannemers hun mensen en materialen van de bouwplaats zijn gaan halen.