Uitspraak
,
5.De beschikking d.d. 23 maart 2017
- uitvoerbaar bij voorraad bepaald dat de vader voorlopig gerechtigd is eenmaal per maand aan ieder van de kinderen een kaart te versturen op de wijze zoals onder rechtsoverweging 3.5. van die beschikking is omschreven;
- de advocaten van partijen verzocht het hof uiterlijk twee weken vóór de in die beschikking vermelde pro forma datum te informeren omtrent het verloop van hetgeen partijen zijn overeengekomen, alsmede omtrent het gewenste verdere verloop van de procedure;
- iedere verdere beslissing met betrekking tot de omgangsregeling aangehouden tot pro forma 21 september 2017.
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
7.De verdere beoordeling
- Welke mogelijkheden zijn er thans voor een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen? Hoe zou een eventuele omgangsregeling tussen de vader en de kinderen eruit moeten zien wat betreft aard, duur en frequentie?
- Zijn er thans nog contra-indicaties voor omgang? Zo ja, welke? In hoeverre zijn deze contra-indicaties op te heffen (hoe, onder welke voorwaarden en op welke termijn)?
8.De beslissing
uiterlijk 19 april 2018een nader rapport en geactualiseerd advies uit te brengen aan het hof, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de raadslieden van partijen;