Het hof is van oordeel dat aan de wettelijke criteria voor uithuisplaatsing in een accommodatie van gesloten jeugdhulp ten tijde van de bestreden beschikking was en ook thans nog wordt voldaan.
[de minderjarige] is een bijna 17-jarig meisje met beperkte verstandelijke vermogens, bij wie ernstige gedragsproblemen en een bedreigde sociaal-emotionele ontwikkeling zijn vastgesteld. Zij heeft een zeer belast verleden. [de minderjarige] is in haar eerste levensjaren opgegroeid in een onveilige gezinssituatie waarin er sprake was van huiselijk geweld. [de minderjarige] is van jongs af aan mishandeld door haar vader.
In juli 2016 is [de minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld, omdat er ernstige zorgen bestonden over haar veiligheid en ontwikkeling. [de minderjarige] werd mishandeld door haar toenmalige vriend. Zij heeft van juli 2016 tot oktober 2016 in de gesloten jeugdhulp verbleven. [de minderjarige] vertoont symptomen van een posttraumatische stress-stoornis.
[de minderjarige] woont samen met haar moeder en haar broer [de broer van de minderjarige] . De moeder is beperkt in haar opvoedkundige mogelijkheden en op momenten is zij niet beschikbaar als gevolg van medicatie- en alcoholgebruik. Vanwege de instabiele gezinssituatie is in mei 2016 Kracht in Zorg in het gezin ingezet. Ondanks deze inzet namen in de maanden voorafgaande aan de gesloten uithuisplaatsing de crisissituaties in het gezin in heftigheid toe. Er was sprake van huiselijk geweld tussen de moeder en [de minderjarige] , die explosief reageerde op correcties van de moeder. Daarnaast verzuimde [de minderjarige] regelmatig van school en was haar softdrugsgebruik zorgelijk. Zij had gesprekken bij Gastenhof, maar de noodzakelijke EMDR-therapie is niet van de grond gekomen, omdat de thuissituatie onvoldoende stabiel was en vanwege haar wietgebruik.
Op 9 oktober 2017 is er bij de politie een verzoek om opsporing gedaan, omdat [de minderjarige] spoorloos was. In de nacht van 15 op 16 oktober 2017 is [de minderjarige] - na wederom een escalatie in de thuissituatie met de moeder - vertrokken naar Duitsland samen met een man, die bekend is in relatie tot mensenhandel.
Gelet op het voorgaande - de toenemende fysieke escalaties, het zich onttrekken aan toezicht, de noodzaak van hulpverlening - heeft de rechtbank naar het oordeel van het hof op goede gronden de machtiging tot plaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie van gesloten jeugdhulp verleend. Een reëel alternatief was niet voorhanden.
Sinds ongeveer anderhalve maand verblijft [de minderjarige] in de accommodatie van gesloten jeugdhulp Lievenshove in [verblijfplaats] . Men ziet daar dat [de minderjarige] niet meer met agressie reageert, maar dat zij zich erg inhoudt. Gezien haar problematiek heeft [de minderjarige] gespecialiseerde behandeling dringend nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen. Ter zitting is evenwel gebleken dat de noodzakelijke therapie nog niet is gestart, ook omdat [de minderjarige] niet gemotiveerd is en nergens aan wil meewerken. [de minderjarige] wenst allereerst de afloop van dit hoger beroep af te wachten, zo stelt de GI.
De moeder heeft met behulp van Kracht in Zorg geprobeerd [de minderjarige] op te voeden en te begrenzen. Gebleken is dat de moeder, mede vanwege haar eigen problematiek, daartoe niet in staat is. Er zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd om de stelling van de moeder dat het thans, bij onmiddellijke beëindiging van de gesloten plaatsing, wel goed zou gaan tussen de moeder en [de minderjarige] te staven.
Voor een kentering in de bedreigde ontwikkeling van [de minderjarige] is het noodzakelijk dat zij geplaatst blijft in een accommodatie van gesloten jeugdhulp. Zij kan daar gaan werken aan haar behandeldoelen ter verwerking van haar trauma’s en zich gaan voorbereiden op een vervolgplek richting zelfstandigheid.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat er bij [de minderjarige] nog steeds sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die haar ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. Er bestaat ook nog een risico, gelet op de voorgeschiedenis, dat zij zich zal onttrekken aan de jeugdhulp die zij nodig heeft dan wel daaraan door anderen zal worden onttrokken.