Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
€ 34.465, de beschikking belastingrente 2012 dienovereenkomstig verminderd; de beroepen voor wat betreft de jaren 2010 en 2011 niet-ontvankelijk verklaard; zich onbevoegd verklaard voor wat betreft de beroepen over de jaren 2007 tot en met 2009 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van
€ 45 aan hem vergoedt.
2.Feiten
31 december 2012 € 51.061,91. Over het jaar 2012 is een bedrag van € 5.793,82 aan rente betaald. Tot en met de aangifte IB/PVV over het jaar 2010 heeft belanghebbende deze lening niet opgenomen als eigen woninglening.
2 juli 2012 heeft de Inspecteur de bezwaren over de jaren 2007, 2008 en 2009 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn, die bezwaarschriften als een verzoek om ambtshalve vermindering in behandeling genomen en die vervolgens afgewezen. Het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2010 was wel tijdig ingediend en is door de Inspecteur bij uitspraak van eveneens
2 juli 2012 afgewezen.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
De voorzitter overhandigt mij de door belanghebbende op 11 januari 2017 naar het Hof gestuurde stukken (foto’s). De inhoud ervan leidt mij niet tot het wijzigen van mijn standpunt. De Inspecteur is al behoorlijk coulant geweest ten aanzien van belanghebbende.
4.Gronden
23 november 2016 uitgereikt.
2 juli 2012 zijn afgewezen. Echter, naar de Inspecteur ter zitting geloofwaardig heeft verklaard, heeft de Inspecteur bij formele uitspraken van, telkens, 2 juli 2012 de bezwaren gericht tegen de aanslagen over de jaren 2007 tot en met 2009 niet-ontvankelijk verklaard c.q., voor zover beschouwd als een verzoek om ambtshalve vermindering, afgewezen en het bezwaar tegen de aanslag 2010 ontvankelijk doch ongegrond verklaard.
1 april 2015, derhalve bijna drie jaren later. Dat leidt er toe dat het Hof niet meer toe komt aan een rechterlijke toetsing van deze ambtshalve gegeven besluiten.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond,
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, doch uitsluitend voor zover het betreft het oordeel van de Rechtbank over de jaren 2007 tot en met 2009,
- verklaart de beroepen voor wat betreft de jaren 2007 tot en met 2009 niet-ontvankelijk,
- bevestigt de bestreden uitspraak voor het overige,
- gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende voor het instellen van het hoger beroep betaalde griffierecht van € 123 aan belanghebbende vergoedt.