Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de curator] qq, curator van [de vennootschap 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[de vennootschap 3] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/291021/HA ZA 14-871)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memories van antwoord van elk van geïntimeerden, die van de curator met producties;
- de akte van [appellante] houdende wijziging van eis;
- het pleidooi, waarbij partijen elk pleitnotities hebben overgelegd en waarbij de curator buiten bezwaar van de andere partijen nog een productie heeft overgelegd.
3.De beoordeling
“De heer [directeur/grootaandeelhouder] denkt dat de opbrengst € 450.000,- dient te zijn. [de vennootschap 5] heeft getaxeerd voor € 150.000,- OHW en € 58.750,- EW. Met andere woorden: het bod van[ [geïntimeerde 2] ]
lijkt zeer aannemelijk, waarbij overigens moet worden opgemerkt dat ik[de advocaat van [geïntimeerde 2] ]
heb aangegeven dat als zijn cliënte 140k/150k biedt ik het aan u zal voorleggen (hetgeen hij nu aan het sonderen is met zijn cliente).”
“(…) Mag ik u verzoeken mij te berichten of u met de inhoud akkoord bent? Ik moet zelf de inhoud nog met cliënte bespreken, maar om geen tijd te verliezen wil ik ook reeds uw toestemming ontvangen.”Bij e-mail van 12 juni 2014 schreef de curator als antwoord:
“(…) Uw vraag of ik aan de koopovereenkomst die u mij in concept op 11 juni jl. deed toekomen wil meewerken kan ik op dit moment nog niet beantwoorden. In de eerste plaats ben ik nog in afwachting van nadere informatie van uw cliënte (…). Daarnaast heb ik met uw cliënte geen overeenstemming bereikt over de condities waaronder ik eventueel zou meewerken. Verder is gebleken dat er crediteuren zijn die een beroep doen op eigendomsvoorbehouden c.q. eigendomsrechten. Die stukken moeten door mij, voor zover deze betrekking hebben op de eventueel te verkopen zaken, nog worden beoordeeld. Ook hebben zich inmiddels meerdere gegadigden gemeld voor onder meer de betreffende zaken. Niet uitgesloten is dat het ook voor de bank interessant is om die ontwikkelingen af te wachten. (..)”
opbrengstverwachting”) van de inventaris bij “
gedwongen onderhandse verkoop” van € 475.000,-- en bij
“executoriale verkoop” van € 300.000,--.
“(…) Dit voorstel komt er in het kort op neer dat de pandhouder afstand wil doen van haar pandrecht(en) onder de volgende voorwaarden:
“(…) Heeft er al overleg plaatsgevonden met[ [geïntimeerde 2] ]
inzake overname inventaris?Ik begrijp dat er meerdere partijen nu in gesprek zijn.
“Refererend aan ons telefoongesprek nog even onderstaande ter verduidelijking.
-
primairde curator te veroordelen van de opbrengst van de verpande inventaris € 117.000,-- af te dragen en daarnaast de curator en [geïntimeerde 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van aanvullende schadevergoeding van € 333.000,--, subsidiair € 173.000,- en
subsidiairde curator en [geïntimeerde 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van schadevergoeding ad € 450.000,--, subsidiair € 290.000,-- en meer subsidiair € 117.000,--
“bij B-formulier van 20 november 2014 heeft ingetrokken”, zodat de vordering niet meer afgewezen kon worden.
Op grond van de artikelen 129 jo 82 Rv. dan wel artikel 130 Rv. dient een eisvermindering of eiswijziging te geschieden bij akte of conclusie. Gesteld noch gebleken is dat [appellante] op 20 november 2014 een akte of conclusie strekkende tot het intrekken van de incidentele vordering heeft genomen.
“wilde zij afstand doen[van haar pandrecht]
“en heeft [appellante] bij e-mail van 8 juli 2014 (zie 3.1.q) nogmaals aan de curator gemeld dat zij, kort gezegd, als pandhoudster minimaal € 400.000,-- bijgeschreven wilde krijgen. De curator was dus op de hoogte van die eis van de pandhoudster voordat hij op 24 juli 2014 met [geïntimeerde 2] de koopovereenkomst sloot voor de som van € 130.000,--. Gesteld noch gebleken is dat de curator op enig moment (na 8 juli 2014) met [appellante] over die koopprijs overeenstemming heeft bereikt. Integendeel, de curator heeft op 24 juli 2014 de overeenkomst met [geïntimeerde 2] gesloten onder (onder meer) de opschortende voorwaarde van verval van het pandrecht van [appellante] . Bij brief van diezelfde datum heeft de curator [appellante] verzocht te berichten dat het pandrecht op de inventaris werd vrijgegeven. [appellante] heeft dit geweigerd. Van instemming door [appellante] met de koopsom van € 130.000,-- blijkt uit deze handelwijze van de curator niet. Veeleer blijkt hieruit dat de curator (nog) geen toestemming van [appellante] had.
primairbetaling van € 450.000,--,
subsidiairvan € 290.000,-- en
meer subsidiairvan
€ 117.000,--. Criterium is het antwoord op de vraag in welke positie [appellante] zou verkeren als het onrechtmatig handelen wordt weggedacht, vergeleken met de positie waarin zij thans verkeert.
De curator heeft met een beroep op het bodemvoorrecht van de fiscus bestreden dat [appellante] schade heeft geleden. Dit beroep faalt. Het hof verwijst naar hetgeen is overwogen en beslist in 3.6 tot en met 3.6.5 hiervoor.
“gedwongen onderhandse verkoop”€ 475.000,-- waard was en bij executoriale verkoop € 300.000,--. Nu [appellante] , gelet op het door haar ingediende tegenverzoek ex artikel 3:251 BW, bereid was € 290.000,-- te betalen kan haar schade subsidiair op dat bedrag gesteld worden.
“onderhandse verkoopwaarde bij gelijkblijvende locatie en gebruik”van (€ 155.000,-- minus € 10.000,-- ter zake van de voorraden = ) € 145.000,--. Bij dit oordeel laat het hof nog buiten beschouwing dat in het rapport van [de vennootschap 7] geen taxatie maar (om de taxateur moverende redenen) slechts een
“opinie”wordt gegeven die niet als
“waarde”mag worden beschouwd (zie de op één na laatste bladzijde van het rapport).
€ 85.000,-- tot € 100.000,-- en een onderhandse verkoopwaarde van € 200.000,--.
“Ten onrechte heeft de rechtbank de vorderingen van [appellante] afgewezen en de reconventionele vordering van de curator toegewezen, (…)”. In de toelichting op de grief stelt [appellante] dat zij hiermee beoogt het geschil in volle omvang aan het hof voor te leggen.