2.1.In hoger beroep zal worden uitgegaan van de volgende, als enerzijds gesteld en anderzijds niet althans onvoldoende betwist, tussen partijen vaststaande feiten.
a. [appellant] , geboren op [geboortedatum] 1961, is op 12 mei 1987 bij [geïntimeerde] in dienst gekomen en was laatstelijk werkzaam als chauffeur/kraanmachinist. [geïntimeerde] is actief als loonbedrijf en in de grondwerken en mestdistributie.
b. [appellant] heeft zich op 26 februari 2013 ziek gemeld. Daarna was [appellant] nagenoeg de gehele volgende periode afwisselend volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt. [geïntimeerde] heeft ARGO advies ingeschakeld als arbodienst. Er is veelvuldig contact geweest tussen [appellant] en ARGO advies, onder meer met de bij ARGO advies werkzame bedrijfsarts drs. [bedrijfsarts] , hierna: de bedrijfsarts.
c. Een door de bedrijfsarts op 8 mei 2013 opgestelde Probleemanalyse WIA vermeldt onder meer dat [appellant] geschikt is voor twee uur per dag rugsparende lichte werkzaamheden met afwisselend staan, zitten en lopen met ingang van 13 mei 2013 en dat het einddoel van de re-integratie is de werkhervatting in de eigen functie.
d. Op 15 oktober 2013 heeft de bedrijfsarts in een Bijstelling van de Probleemanalyse WIA onder meer aangegeven dat [appellant] toen niet arbeidsgeschikt voor eigen werk was en dat zittende werkzaamheden mogelijk waren met afwisseling van lopen voor maximaal 2 uur per dag.
e. Bij brief van 19 november 2013 heeft [geïntimeerde] aan UWV een ontslagvergunning gevraagd, primair vanwege het niet meewerken door [appellant] aan re-integratie en subsidiair vanwege geschonden vertrouwen. De brief vermeldt onder meer:
“Situatie
Op 26 februari 2013 heeft de heer [appellant] zich ziek gemeld, op 4 maart was de heer [appellant] weer volledig hersteld. Op 12 maart 2013 viel de heer [appellant] opnieuw uit vanwege fysieke klachten. In het kader van zijn arbeidsongeschiktheid is de heer [appellant] begeleid door ARGO advies, de Arbodienst van [geïntimeerde] . Op 27 maart heeft mevrouw [adviseur verzuim & re-integratie van ARGO advies] (adviseur verzuim & re-integratie van ARGO advies) gesproken met de heer [appellant] , tijdens dat gesprek is afgesproken dat de heer [appellant] voor 4 uur per dag zijn werkzaamheden zou opstarten en was hij voor 50% hersteld.
Op 12 april bleek de heer [appellant] meer klachten te ervaren en daarvoor medicatie kreeg waardoor hij wederom ongeschikt was om zijn eigen functie uit te oefenen.”
Verder heeft [geïntimeerde] vermeld dat zij na het ontvangen van het advies van de bedrijfsarts van 15 oktober 2013 telefonisch contact heeft gezocht met [appellant] om afspraken te maken over gedeeltelijke werkhervatting in aangepast zittend werk, maar dat [appellant] telefonisch onbereikbaar was, en dat [geïntimeerde] [appellant] bij brieven van 18 oktober, 22 oktober, 28 oktober en 4 november 2013 heeft opgeroepen om op het werk te verschijnen om afspraken te maken over zijn werkzaamheden en zijn bereikbaarheid maar dat [appellant] niet is verschenen.
f. Op 3 januari 2014 heeft UWV aan [geïntimeerde] toestemming verleend om de arbeidsverhouding met [appellant] op te zeggen wegens, kort gezegd, verwijtbaar niet meewerken aan de re-integratie. Uit de beslissing van het UWV blijkt dat [appellant] geen gebruik heeft gemaakt van de geboden mogelijkheid om verweer te voeren.
g. Bij brief van 6 januari 2014 heeft [geïntimeerde] de arbeidsovereenkomst opgezegd met ingang van 1 april 2014.
h. [appellant] is in maart 2014 in voorlopige hechtenis genomen en later bij vonnis veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 15 voorwaardelijk, wegens bedreiging van de verzuimadviseur en brandstichting in het kantoor van ARGO advies in de periode februari-maart 2014.
j. Bij brief van 19 maart 2014 heeft de advocaat van [appellant] de vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst ingeroepen wegens strijd met het opzegverbod tijdens ziekte.
de standpunten van partijen en het oordeel van de rechtbank
2.2.1.In de onderhavige procedure, die is begonnen met de dagvaarding van 3 februari 2015, vorderde [appellant] in eerste aanleg nietigverklaring van het gegeven ontslag, dan wel herstel van de arbeidsovereenkomst, doorbetaling van loon van 21 oktober 2013 tot en met 13 maart 2014 en vergoeding van immateriële schade, althans betaling van een afkoopsom.
2.2.2.De kantonrechter heeft in het vonnis geoordeeld dat [appellant] niet ontvankelijk is in zijn vordering tot nietigverklaring van het gegeven ontslag omdat deze te laat is ingesteld en dat [appellant] ook niet ontvankelijk is in zijn vorderingen gebaseerd op kennelijk onredelijk ontslag omdat deze verjaard zijn. De kantonrechter heeft de vordering van [appellant] tot schadevergoeding, voor zover gebaseerd op onrechtmatige daad, afgewezen omdat hetgeen [appellant] heeft gesteld over de door [geïntimeerde] in het verzoek om de ontslagvergunning verschafte informatie niet tot het oordeel leidt dat [geïntimeerde] zich onrechtmatig jegens [appellant] heeft gedragen.
2.2.3.[appellant] heeft in de memorie van grieven één grief tegen het vonnis aangevoerd. De grief richt zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] niet onrechtmatig heeft gehandeld. In de memorie van grieven heeft [appellant] voorts zijn op onrechtmatige daad gebaseerde vorderingen gewijzigd en vermeerderd. [appellant] heeft in de memorie van grieven geconcludeerd dat het hof het vonnis zal vernietigen en voor recht zal verklaren dat [geïntimeerde] onrechtmatig jegens [appellant] heeft gehandeld en/of voor recht zal verklaren dat [geïntimeerde] gehouden is tot vergoeding van de materiële en immateriële schade van [appellant] als gevolg van het onrechtmatig handelen van [geïntimeerde] , op te maken bij staat, en voorts [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling van hetgeen [appellant] heeft betaald ingevolge het vonnis en tot betaling van de proceskosten in beide instanties.
2.2.4.[geïntimeerde] heeft in de memorie van antwoord geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis en tot veroordeling van [appellant] in de kosten van het hoger beroep.
wat in het hoger beroep aan de orde is