Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 29 september 2015 te Schoonhoven en/of te Oudewater en/of te Groningen en/of te Utrecht, althans op een of meer plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding van een of meer misdrijf/misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten (telkens een) diefstal met geweldpleging in vereniging en/of afpersing in vereniging opzettelijk:
A.
B.
C.
D.
E.
F.
Conclusie.
hij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 29 september 2015 te Schoonhoven en/of Groningen en/of Utrecht tezamen en in vereniging met een ander ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer is gesteld, te weten een diefstal met geweldpleging in vereniging en/of afpersing in vereniging, opzettelijk:
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 3.376,00 (drieduizend driehonderdzesenzeventig euro)bestaande uit € 376,00 (driehonderdzesenzeventig euro) aan materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) aan immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 3.376,00 (drieduizend driehonderdzesenzeventig euro)bestaande uit € 376,00 (driehonderdzesenzeventig euro) aan materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
43 (drieënveertig) dagen hechtenis,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
€ 10.510,94 (tienduizend vijfhonderdtien euro en vierennegentig cent)bestaande uit € 7.510,94 (zevenduizend vijfhonderdtien euro en vierennegentig cent) aan materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) aan immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 10.510,94 (tienduizend vijfhonderdtien euro en vierennegentig cent)bestaande uit € 7.510,94 (zevenduizend vijfhonderdtien euro en vierennegentig cent) aan materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
87 (zevenentachtig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.