Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 oktober 2012 tot en met 4 april 2016 te Stevensbeek en/of Venlo en/of Tegelen en/of Best en/of Maasmechelen (België) en/of één of meer (andere) plaatsen in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig gehad,
- één of meer hoeveelhe(i)den van een stof bevattende MDMA;
- één of meer hoeveelhe(i)den van een stof bevattende amfetamine;
- één of meer hoeveelhe(i)den van een stof bevattende mefedron;
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
- één of meer locaties voor het opzetten van een productielocatie van MDMA en/of amfetamine en/of mefedron in elk geval een stof vermeld op lijst 1 bij de Opiumwet geregeld en/of ingericht;
- hardware en/of grondstoffen en/of andere voorwerpen, benodigd bij de productie van MDMA en/of amfetamine en/of mefedron, in elk geval een stof vermeld op lijst 1 bij de Opiumwet, geregeld en/of voorhanden gehad;
- inlichtingen en/of informatie ingewonnen over de omzetting van PMK en/of BMK;
- grondstoffen omgezet naar PMK en/of BMK;
- PMK en/of BMK omgezet naar halffabricaten;
- een vacumeermachine en/of geldtelmachine en/of één of meer weegscha(a)len voorhanden gehad;
- een briefje met daarop de namen van grondstoffen welke gebruikt worden bij de productie van MDMA en/of amfetamine voorhanden gehad;
hij op of omstreeks 04 april 2016, in een woning aan de [adres 1] te Venlo, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen,
- een vuurwapen van categorie III, te weten een pepperspraypistool van het merk Piexon type JPX Jet Protector, en/of
- munitie van categorie III, te weten een patroon van het merk Sellier & Bellot type 6.35 mm Browning,
hij op of omstreeks 1 september 2011, althans op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011, te Venlo, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Rabobank, in elk geval een ander, heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten tot het verstrekken van een hypothecaire lening, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, in het kader van een hypotheekaanvraag op naam van de heer [verdachte] (verdachte) en/of mevrouw [naam] en/of al dan niet door tussenkomst van een financieel tussenpersoon – de medewerker(s) van de Rabobank bedrijf doen toekomen:
- een valse en/of vervalste werkgeversverklaring van [bedrijf 1] getekend op 2 augustus 2011 als ware hij, verdachte, op die datum (nog) in dienst van [bedrijf 1] , en/of
- een valse en/of vervalste salarisstrook uit de maand juli 2011 alsof hij, verdachte, die maand (nog) inkomen (uit dienstverband) genoot van de [bedrijf 1] ,
hij in de periode van 1 juni 2014 tot en met 28 oktober 2015 te Stevensbeek tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft bereid,
- een stof bevattende MDMA;
- een stof bevattende amfetamine;
- een stof bevattende mefedron;
hij op 4 april 2016, in een woning aan de [adres 1] te Venlo,
- een vuurwapen van categorie III, te weten een pepperspraypistool van het merk Piexon type JPX Jet Protector, en
- munitie van categorie III, te weten een patroon van het merk Sellier & Bellot type 6.35 mm Browning,
hij in de periode van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen de Rabobank heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten tot het verstrekken van een hypothecaire lening, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – listiglijk en in strijd met de waarheid, in het kader van een hypotheekaanvraag op naam van de heer [verdachte] (verdachte) en mevrouw [naam] en door tussenkomst van een financieel tussenpersoon, de Rabobank doen toekomen:
- een valse werkgeversverklaring van [bedrijf 1] getekend op 2 augustus 2011 als ware hij, verdachte, op die datum (nog) in dienst van [bedrijf 1] , en
- een valse salarisstrook uit de maand juli 2011 alsof hij, verdachte, die maand (nog) inkomen (uit dienstverband) genoot van de [bedrijf 1] ,
Uit het onderzoek is het volgende gebleken.
In de OVC-gesprekken is een aantal malen gesproken over de betrokkenheid van ‘broertje’ bij de bereiding van de synthetische drugs. Met name wijst het hof onder meer op de navolgende gesprekken:
- In het gesprek van 5 september 2015 met kenmerk 800.001 (dossierpagina’s 903 e.v.) zegt [medeverdachte 1] dat alles wat er staat perfect is. Hij zegt dat hij een ammoniakfles heeft staan die ongeveer anderhalve ton weegt. Hij zegt dat als je de katalysator erbij doet en op druk zet, hij er binnen tweeëneenhalf uur B-olie en A-olie uittrekt. [medeverdachte 1] zegt dat hij het materiaal allemaal heeft staan en die fles ook. [medeverdachte 1] zegt die katalysator (en zoekt bevestiging bij
- In het gesprek van 23 september 2015 met kenmerk 9034.067 (dossierpagina’s 768 e.v.) zegt medeverdachte [medeverdachte 2] dat Petje nog nooit binnen is geweest en alleen maar afgaat op de woorden van zijn
- In het gesprek van 6 oktober 2015 met kenmerk 9049.079 (dossierpagina’s 774 e.v.) zegt [medeverdachte 2] dat Petje zijn
- In het gesprek op 16 oktober 2015 met kenmerk 9059.056 (dossierpagina’s 783 e.v.) zegt [medeverdachte 2] dat hij de
- In het gesprek op 16 oktober 2015 met kenmerk 9059.058 (dossierpagina’s 786 e.v.) zegt [medeverdachte 2] dat Petje eerst werk aanneemt, dat hij dan erachter komt dat hij problemen heeft met andere mensen met P afdraaien en dat hij, [medeverdachte 2] , dan een paar dagen met de
- In het gesprek van 22 oktober 2015 met kenmerk 9065.086 (dossierpagina’s 794 e.v.) vraagt [medeverdachte 1] of [medeverdachte 3] 125 liter zwavel bestelt en zegt dat hij die zelf betaalt als Ouwe er goed product uithaalt. [medeverdachte 3] zegt dat de Ouwe dat doet. [medeverdachte 3] zegt dat [medeverdachte 1] ’
- In het gesprek van 23 oktober 2015 met kenmerk 9066.048 (dossierpagina’s 797 e.v.) zegt [medeverdachte 2] dat er 150 liter P naar de klote geholpen is en dat [medeverdachte 3] het hok eens zou moeten zien en dat dan de tranen in je ogen komen. [medeverdachte 2] zegt dat Petje voor € 10.000,- daar geïnvesteerd heeft en dat er alleen maar troep staat. [medeverdachte 3] denkt dat er nog onomgezette apaan die teruggeslagen is in de kannen zit. [medeverdachte 3] zegt dat hij (aan hem) heeft voorgesteld dat zijn
- In het gesprek van 28 oktober 2015 met kenmerk 9071.086 (dossierpagina’s 807 e.v.) zegt [medeverdachte 3] dat hij (onbekende derde persoon) zegt dat er DNA ligt van de jongens van [medeverdachte 1] die daar werken. [medeverdachte 1] vraagt of er ook DNA ligt van zijn
Voor zover door de verdediging het verweer is gevoerd dat met de benaming “broertje” mogelijk een ander dan verdachte zou kunnen worden bedoeld, vindt dit weerlegging in de bewijsmiddelen. Met name uit het laatste hierboven aangehaalde OVC-gesprek van 28 oktober 2015 blijkt naar het oordeel van het hof dat verdachte, wiens voornaam [naam verdachte] luidt, de persoon is die ‘broertje’ wordt genoemd. Immers, de naam “ [naam verdachte] ” en de benaming “broertje” komen in hetzelfde gesprek terug waarbij klaarblijkelijk dezelfde persoon is bedoeld. Daarnaast is uit het onderzoek gebleken dat verdachte een halfbroer is van medeverdachte [medeverdachte 1] . Voorts heeft verdachte ook naar eigen zeggen werkzaamheden verricht in het drugslab. Dat er mogelijk andere (half)broers van [medeverdachte 1] met de naam ‘ [naam verdachte] ’ betrokken zouden zijn geweest bij het drugslab, is voorts op geen enkele wijze aannemelijk geworden.
Door de verdediging is betoogd dat de inhoud van de OVC-gesprekken voor meerdere uitleg vatbaar is en dat daaruit dan ook geen direct bewijs voortvloeit dat verdachte een actieve rol heeft gehad bij het produceren van harddrugs.
Uit de bewijsmiddelen leidt het hof af dat verdachte in ieder geval vanaf begin juni 2014 als medepleger betrokken is geweest bij het drugslab te Stevensbeek.
Uit het politiesysteem (dossierpagina’s 100 e.v.) is gebleken dat de auto van verdachte op 6 en 7 juli 2015 tussen de struiken geparkeerd stond aan de [adres 3] te Stevensbeek.
Oplichting.
- Het hof acht aannemelijk dat verdachte een minder grote rol heeft gehad bij de productie van harddrugs dan waarvan de rechtbank is uitgegaan.
- Het hof heeft een kortere periode bewezen geacht dan de rechtbank;
- Verdachte is ter zake van soortgelijke strafbare feiten niet eerder veroordeeld.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: