Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
3.3. Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Ter zitting hebben zij er – zakelijk weergegeven - het volgende aan toegevoegd:
Mijn referentie [adres 1] 21 heeft een schuin dak, terwijl de onroerende zaak een volwaardige eerste verdieping heeft.
Mijn referenties hebben allemaal een met de onroerende zaak gelijkwaardige ligging, terwijl de referenties van de Heffingsambtenaar in Boxmeer liggen of in een andere dorpskern. Het zijn bovendien panden met een andere uitstraling, semibungalows, die veel luxer zijn dan de onroerende zaak. [adres 7] ligt in een rustige buurt, in een gewilde wijk in [plaats 1] , die andere voorzieningen kent dan [woonplaats] .
Mijn referentie op nummer 95 heeft ook op de verdieping volwaardige kubieke meters. Het was geen slooppand, het is wel na aankoop gemoderniseerd.
Het klopt dat er op het perceel [adres 1] 47 appartementen worden gebouwd. Het is als referentie inderdaad minder bruikbaar; ik heb het aan de matrix toegevoegd vanwege de ligging. Het is wel een matig tot slecht pand.
Ik handhaaf de referentie [adres 1] 6a uit het in bezwaar ingediende taxatierapport.
Ik kan de staffel van de Heffingsambtenaar hier nu lastig beoordelen, maar het bewijst wel dat de ligging per dorp andere grondwaarden te zien geeft. De referentieobjecten van de Heffingsambtenaar liggen niet in [woonplaats] en zijn daarmee niet geschikt.
De onroerende zaak ligt aan een drukke straat, de Heffingsambtenaar bevestigt dat. Voor de slechte ligging wordt normaliter 20% aftrek toegepast.
Het taxatierapport van belanghebbenden is opgemaakt na een inpandige opname. Ik claim geen extra kosten voor de matrix overgelegd in hoger beroep.
Nummer 47 is wel een slooppand; het is als bouwproject gekocht om er appartementen te bouwen.
De referentie [adres 1] 21 is maar 7 jaar ouder dan de onroerende zaak. De gebruikte materialen en type bouw zijn dezelfde bij beide panden.
[woonplaats] ligt tegen [plaats 1] aan, dus de bewoners van [woonplaats] kunnen gebruik maken van de voorzieningen in [plaats 1] .
De [adres 1] loopt door tot [plaats 2] ; het is in wezen dezelfde straat. Het is wel een drukke straat. Ik heb de laagste grondstaffel toegepast voor de ligging van de onroerende zaak.
De inhoud van [adres 1] 6a is mij niet bekend.
Voor de slechte ligging rekenen wij inderdaad met een aftrek van 20%, maar soms ook 10%, dat is afhankelijk van de omstandigheden. Met de ligging is al rekening gehouden in de staffel.
De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
1 januari 2015.
Het Hof stelt, met inachtneming van al hetgeen partijen ter zitting en in de stukken hebben aangevoerd, de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum 1 januari 2015 in goede justitie vast op € 255.000.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het tegen de uitspraak van de Heffingsambtenaar bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Heffingsambtenaar;
- vermindert de WOZ-waarde van de onroerende zaak voor het jaar 2016, per de peildatum 2015, tot € 255.000;
- vermindert de aanslag onroerende zaakbelasting voor het jaar 2016 dienovereenkomstig;
- gelast dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbenden het door hen ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 170 vergoedt;
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het bezwaar aan de zijde van belanghebbenden, vastgesteld op € 754,52;
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbenden, vastgesteld op in totaal € 2.004.
door J. Swinkels, voorzitter, V.M. van Daalen-Mannaerts en M.J.C. Pieterse, in tegenwoordigheid van A.W.J. Strik, griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken en afschriften van de uitspraak zijn op die datum aangetekend aan partijen verzonden.