Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,
[geïntimeerde 3] ,allen wonende te [woonplaats] ,
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 27 december 2016;
- het deskundigenbericht, ingekomen op 24 oktober 2017;
- de memorie na deskundigenbericht van [appellante] met producties;
- de antwoordmemorie na deskundigenbericht van [geïntimeerden] met producties.
9.De verdere beoordeling
Uitgangspunt is dat het een belegging voor een termijn van tenminste 15 jaar betreft en de gemiddelde waardestijging van vergelijkbaar onroerend goed 2,5% per jaar bedraagt” en op blz. 14, waar [geïntimeerden] spreken over zorgvuldige advisering: “
het pand was verhuurd aan de kliniek, huurinkomsten zouden op een bepaalde manier worden belast (..)”. De stellingen van [geïntimeerden] over het (onjuiste toepassen van) de HIR gaan over “
bedrijfsmiddelen” die worden verkocht voor een bepaald bedrag.
verkoop beleggingspand/aankoop monumentenpand”. In de brief van 2 december 2015 spreekt (de voorganger van) [appellante] in het kader van [adres 2] niet over een woonbestemming. In hun pleitnota bij de rechtbank vermelden [geïntimeerden] dat het pand werd gehuurd door de onderneming van [geïntimeerde] sr. op basis van een langjarig huurcontract, dat [geïntimeerde] sr. aldus was verzekerd van voortgezet gebruik. Als producties hebben [geïntimeerden] bij dit pleidooi overgelegd een overzicht van transactieprijzen woningen en van beleggingen in kantoren. [appellante] vermeldt in haar pleitnota bij de rechtbank (blz. 2) “
de waardeontwikkeling van bedrijfsonroerende zaken, waar we in dit dossier naar moeten kijken is (..) Het algemene beeld van de kantorenmarkt (..).”
dat de waarde van onroerend goed en ook die van kantoorpanden” zich negatief ontwikkelt (nr 7). In nr 36 schrijven [geïntimeerden] “
Ten overvloede merkt [geïntimeerden] nog op dat het bij [adres 2] niet gaat om een kantoorruimte, maar om een ruimte die (..) als privékliniek is ingericht en als zodanig wordt gebruikt.”. In het vervolg van deze paragraaf spreken zij over “
zorgvastgoed”.
[adres 4](in werkelijkheid tot heden, tot 2020 geschat)
€ 60.828,00
[adres 2](in werkelijkheid, tot 2020 geschat)
€ 39.000,00