In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1967 en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting te Vught, was eerder veroordeeld voor diefstal van een afstandsbediening van Mediamarkt. De politierechter had op 12 juli 2017 een gevangenisstraf van 45 dagen opgelegd, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis, maar met uitzondering van de opgelegde straf. De verdediging heeft zich gerefereerd aan de bewezenverklaring, maar voerde aan dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen afgewezen moesten worden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 weken, waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de recidive van de verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. De verdachte had eerder al meerdere veroordelingen voor vermogensdelicten en het hof oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet meer opportuun was, gezien de ISD-maatregel die al was opgelegd. De vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen zijn afgewezen, omdat het hof dit niet opportuun achtte in het licht van de huidige situatie van de verdachte.