ECLI:NL:GHSHE:2018:4550

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 november 2018
Publicatiedatum
1 november 2018
Zaaknummer
200.222.033_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geboortedatum in de geboorteakte van een kind

In deze zaak heeft de moeder verzocht om wijziging van haar geboortedatum in de geboorteakte van haar kind. Het hof heeft vastgesteld dat er hoge eisen worden gesteld aan het bewijs van een misslag in de geboorteakte. De moeder heeft aangevoerd dat haar geboortedatum onjuist is vermeld en heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een akte van geboorte van haar andere kind en identiteitsbewijzen. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft echter betoogd dat de moeder niet voldoende bewijs heeft geleverd, aangezien de juiste geboortedatum alleen kan worden vastgesteld aan de hand van een geboorteakte. Het hof heeft de zaak aanhouden in afwachting van een standpunt van het openbaar ministerie over de vraag of de ambtenaar opdracht moet krijgen om de geboorteakte te verbeteren. De beslissing is op 1 november 2018 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 1 november 2018
Zaaknummer: 200.222.033/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/01/315642 / FA RK 16-6387
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: thans mr. A.P. van Stralen, voorheen mr. A. van den Berg,
Als belanghebbende in deze zaak wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Eindhoven,
zetelend te Eindhoven;
hierna ook te noemen: de ambtenaar.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 29 mei 2017.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 28 augustus 2017, heeft de moeder het hof verzocht voormelde beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Eindhoven opdracht te geven de geboorteakte van [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2004 te verbeteren, in dier voege dat de geboortedatum van de moeder wordt gewijzigd in:
“geboortedatum: [geboortedatum moeder 1] 1985.”
2.2.
Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 13 oktober 2017, heeft de
ambtenaar het hof verzocht, zo begrijpt het hof, de bestreden beschikking te bekrachtigen.
2.3.
De mondelinge behandeling bij het hof heeft plaatsgevonden op 25 september 2018.
Bij die gelegenheid is gehoord:
- de moeder, bijgestaan door mr. Van Stralen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Eindhoven is, hoewel behoorlijk daartoe opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Zij heeft nadat het hof telefonisch contact heeft opgenomen laten weten dat de uitnodiging voor de zitting bij het hof door een interne miscommunicatie bij de gemeente haar niet heeft bereikt.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • de brief met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 31 augustus 2017;
  • de brief met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 1 augustus 2018.
2.5.
Ter zitting van het hof heeft de advocaat van de moeder de volgende stukken overgelegd:
  • de akte van geboorte van [minderjarige 2] , afgegeven door de burgerlijke stand van de gemeente Lelystad, waarin de plaats van geboorte van de moeder en de dag van geboorte van de moeder is verbeterd in [geboortedatum moeder 1] 1985 met toestemming van de officier van justitie;
  • kopieën van de identiteitsbewijzen van de moeder en haar partner, [partner van de moeder] , waarop bij het identiteitsbewijs van de moeder als geboortedatum is opgenomen: [geboortedatum moeder 1] 1985;
  • een kopie van het reisdocument van de moeder (afgegeven door het Koninkrijk der Nederlanden) waarop eveneens als geboortedatum van de moeder is vermeld: [geboortedatum moeder 1] 1985.

3.De beoordeling

3.1.
De moeder verblijft sinds 2000 in Nederland.
Uit de relatie van de moeder met [de vader] (hierna te noemen: de vader) zijn de volgende, thans nog minderjarige, kinderen geboren:
- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2004 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2007 te [geboorteplaats] .
De moeder, de vader en de kinderen hebben de Chinese nationaliteit.
3.2.
Op [geboortedatum minderjarige 1] 2004 is in de gemeente Eindhoven een akte van geboorte opgemaakt onder nummer [nummer] van het jaar 2004 van het kind dat daarin – voor zover hier relevant – wordt aangeduid als volgt:
KIND
Geslachtsnaam : [geslachtsnaam moeder]
Voornamen : [voornamen minderjarige 1]
Dag van geboorte : [geboortedatum minderjarige 1] -2004
OUDERS
Geslachtsnaam moeder : [geslachtsnaam moeder]
Voornamen moeder : [voornamen moeder]
Plaats van geboorte moeder : [geboorteplaats] , China
Dag van geboorte moeder : [geboortedatum moeder 2] -1979.
In geschil is de verbetering van deze geboorteakte.
3.3.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de moeder om op grond van artikel 1:24 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) de geboorteakte van voormeld kind (hierna ook te noemen: [minderjarige 1] ) voor zover het haar geboortedatum betreft te verbeteren, afgewezen.
3.4.
De moeder kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.5.
Naar de mening van de moeder bevat de onderhavige geboorteakte een misslag aldus dat daarin haar geboortedatum onjuist is vermeld. De moeder stelt, kort samengevat, als volgt.
Zij is omstreeks 2000 naar Nederland gekomen waar zij asiel heeft aangevraagd.
Naar aanleiding van het eerste gesprek met de IND is er een leeftijdsonderzoek gedaan waaruit werd geconcludeerd dat de geboortedatum van [geboortedatum moeder 2] 1979 aannemelijk was. Bewijs omtrent de juiste geboortedatum ontbrak.
Deze geboortedatum is vervolgens overgenomen in de geboorteakte van het op [geboortedatum minderjarige 1] 2004 te [geboorteplaats] uit haar geboren kind [minderjarige 1] , alsook in de geboorteakte van het op [geboortedatum minderjarige 2] 2007 te [geboorteplaats] uit haar geboren kind [minderjarige 2] .
Op 22 april 2005 heeft de moeder ten overstaan van de ambtenaar van de afdeling Gemeentewinkel van de gemeente Veldhoven onder ede verklaard dat zij geen akte of enig ander document kan verkrijgen om haar persoonsgegevens te bevestigen omdat zij haar land is ontvlucht en geen contact kan opnemen met de autoriteiten. Zij heeft verder onder ede verklaard dat haar geboortedatum [geboortedatum moeder 1] 1985 is en naar aanleiding daarvan is de geboortedatum aangepast in het GBA, thans BRP.
Vervolgens heeft de moeder in 2008 in het kader van de zogenoemde pardonregeling ofwel de Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet (RANOV) haar geboortedatum gewijzigd van [geboortedatum moeder 2] 1979 naar [geboortedatum moeder 1] 1985.
Op haar verzoek heeft de gemeente Lelystad haar geboortedatum dienovereenkomstig gewijzigd op de geboorteakte van [minderjarige 2] .
Volgens de moeder blijkt uit de door haar overgelegde bescheiden voldoende dat haar geboortedatum op de geboorteakte van [minderjarige 1] onjuist is. Nu haar persoonsgegevens op de geboorteakte van [minderjarige 1] niet juist zijn heeft [minderjarige 1] als het ware geen bestaande juridische moeder. Dit brengt praktische problemen met zich mee, zo kan zij geen paspoort voor de minderjarige aanvragen.
3.6.
De ambtenaar voert - kort samengevat - aan dat het bewijs omtrent de juiste geboortedatum van de moeder slechts kan worden ontleend aan een akte van geboorte, niet aan een reisdocument zoals de advocaat van de moeder stelt.
Omdat in China vóór 1996 geen akten van geboorte opgemaakt werden, betekent dat voor de moeder zij (zoals voorgesteld in het legalisatiebesluit van het Ministerie van Buitenlandse zaken) de volgende documenten dient te tonen:
Ofwel een gelegaliseerd notarieel certificaat, met daarin: geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, namen vader en moeder.
Dan wel een van de volgende documenten die in de originele versie door de notaris is gebruikt als basis voor het opstellen van het hiervoor genoemde notarieel certificaat:
  • gelegaliseerde “certified true copy” van de “Hukou” (familieregistratieboekje) van de ouders, waarin de geboorte is aangetekend.
  • gelegaliseerde “certified true copy” van een verklaring van het ziekenhuis waarin expliciet staat dat deze kan worden gebruikt voor aangifte in het “Hukou-register”
  • gelegaliseerde “certified true copy” van een verklaring van het “public security bureau” waarin de gevraagde gegevens zijn vermeld.
Volgens de ambtenaar blijkt niet dat de moeder inspanningen heeft verricht om deze documenten uit China te verkrijgen.
Dat de moeder gebruik heeft gemaakt van de pardonregeling, waarbij zij de geboortedatum van [geboortedatum moeder 1] 1985 heeft opgegeven, maakt dit volgens de ambtenaar niet anders, althans zij begrijpt niet wat de moeder daarmee wil betogen.
Indien de moeder gebruik heeft gemaakt van de RANOV, ook bekend als de pardonregeling, dan verzoekt de ambtenaar de moeder de IND-besluiten die hier uit voort zijn gekomen bij de producties te voegen. Indien bij toepassing van de RANOV geen identiteitscheck of onderzoek heeft plaatsgevonden voegt het gegeven dat de moeder verblijfsrecht heeft aangevraagd in het kader van RANOV verder niets toe inzake de onderbouwing van haar geboortedatum.
Tot slot onderschrijft de ambtenaar het belang van het kind bij de juistheid van de gegevens van de moeder. De akte van geboorte is tenslotte het unieke en authentieke bewijs van bezit van staat van het kind. Juist gelet op het belang van het kind, dient alleen tot wijziging van de gegevens van de moeder over gegaan te worden als, uit de daarvoor bestemde bronnen, blijkt welke datum de juiste is.
3.7.
Het hof oordeelt als volgt.
3.7.1.
Aangezien het verzoek strekt tot verbetering van een in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand voorkomende geboorteakte, is de zaak voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden om gelet op het bepaalde in artikel 3, aanhef en onder c, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht van de Nederlandse rechter aan te nemen
.
Nu het verzoek strekt tot verbetering van een Nederlandse akte, is Nederlands recht van toepassing.
3.7.2.
Op grond van het in de onderhavige zaak toepasselijke artikel 1:24 lid 1 BW kan de rechter, voor zover hier relevant, op verzoek van belanghebbenden verbetering of van het openbaar ministerie gelasten van een in een register van de burgerlijke stand voorkomende akte die onvolledig is of een misslag bevat.
3.7.3.
Ter zitting van het hof is door de moeder de akte van geboorte van haar andere zoon ( [minderjarige 2] ) overgelegd. Uit deze door de gemeente Lelystad afgegeven akte van geboorte blijkt dat met toestemming van de officier van justitie de plaats van geboorte van de moeder in [geboorteplaats] is verbeterd en de dag van geboorte van de moeder in [geboortedatum moeder 1] 1985.
Verder staat blijkens de door de moeder ter zitting van het hof overgelegde kopieën in haar identiteitsbewijs en haar reisdocument eveneens de geboortedatum [geboortedatum moeder 1] 1985 vermeld.
De moeder heeft verder verklaard dat zij de door de ambtenaar in het verweerschrift genoemde documenten niet heeft kunnen verkrijgen. Dit aangezien zij geen familie meer heeft in China die zij zou kunnen benaderen om haar daarbij te helpen. Ook hebben haar pogingen om deze documenten via het consulaat dan wel de ambassade van China te verkrijgen geen resultaat opgeleverd. Verder is zij zelf niet in staat om naar China af te reizen gelet op de restricties van haar reisdocument.
3.7.4.
Mede gelet op de door de moeder ter zitting overgelegde documenten heeft het hof behoefte aan een standpunt van het openbaar ministerie.
De Advocaat-Generaal bij het ressortspakket ’s-Hertogenbosch (hierna: de AG) wordt verzocht zich uit te laten over de vraag of er aanleiding is om aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Eindhoven op grond van artikel 1:24 BW opdracht te geven tot verbetering van de akte van geboorte van [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2004, in die zin dat de geboortedatum van de moeder wordt gewijzigd in: geboortedatum: [geboortedatum moeder 1] 1985, een en ander mede tegen de achtergrond van het feit dat de akte van geboorte van broertje [minderjarige 2] reeds in de door de moeder gewenste zin is gewijzigd.
Het hof verzoekt de AG daarbij met name de meest recente door de moeder overgelegde informatie te betrekken, waarvoor het hof verwijst naar de ter zitting van het hof overgelegde documenten, en aan het hof aan te geven welke betekenis of rechtsgevolgen het openbaar ministerie aan deze stukken toekent.
3.7.5.
Na ontvangst van het standpunt van het openbaar ministerie, zullen de ambtenaar en de moeder vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijk daarop te reageren. Het hof zal de beslissing op het verzoek van de moeder dan ook aanhouden in afwachting van de informatie van de AG en de reactie van de moeder en de ambtenaar.

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
verzoekt de Advocaat-Generaal bij het ressortspakket te ’s-Hertogenbosch om zich binnen zes weken na de datum van deze beschikking uit te laten over de vraag of er aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Eindhoven op grond van artikel 1:24 BW opdracht dient te worden gegeven tot verbetering van de akte van geboorte van [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2004, met dien verstande dat de geboortedatum van de moeder wordt gewijzigd in:
Geboortedatum: [geboortedatum moeder 1] 1985;
4.2.
stelt de moeder en de ambtenaar in de gelegenheid binnen vier weken na de ontvangst van voormeld standpunt van de Advocaat-Generaal bij het ressortspakket te
’s-Hertogenbosch schriftelijk daarop te reageren, waarbij zij zich tevens dienen uit te laten of zij behoefte hebben aan een andere mondelinge behandeling;
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C.E. Ackermans-Wijn, C.N.M. Antens, M.I. Peereboom-van Drunick en is in het openbaar uitgesproken op 1 november 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.