In deze beschikking van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 30 oktober 2018, met zaaknummer K18/200184, wordt de ontvankelijkheid van een beklag ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering beoordeeld. Klagers, die aangifte hebben gedaan van mishandeling en bedreiging door beklaagde, hebben een klaagschrift ingediend omdat zij zich niet adequaat geïnformeerd voelden over het verloop van het strafrechtelijk onderzoek. De officier van justitie had hen eerder bericht dat de zaak niet zou worden vervolgd, wat aanleiding gaf tot het indienen van het klaagschrift.
Het hof behandelt de ontvankelijkheid van het beklag en stelt vast dat het klaagschrift niet gericht is tegen een beslissing tot niet (verdere) vervolging, maar enkel over de wijze waarop klagers zijn geïnformeerd. Het hof benadrukt dat volgens artikel 12 Sv een beklagprocedure enkel kan worden ingesteld tegen een beslissing tot niet (verdere) vervolging of een verzoek tot vervolging. Aangezien het klaagschrift niet aan deze eisen voldoet, verklaart het hof klagers niet-ontvankelijk in hun beklag.
De beslissing van het hof is dat het beklag wordt afgewezen, en tegen deze beslissing staat geen gewoon rechtsmiddel open. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met vermelding dat mr. Rijken buiten staat was om de beschikking mede te ondertekenen.