In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Limburg had eerder op 31 oktober 2017 geoordeeld dat de appellante toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De appellante had verzocht om vernietiging van dit vonnis en om een verklaring van een schone lei, of in elk geval om verlenging van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 januari 2018 zijn zowel de appellante als haar bewindvoerder gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante, ondanks haar bekendheid met de verplichtingen, geen enkele sollicitatie heeft verricht na het verstrijken van haar vrijstelling van de sollicitatieplicht op 7 april 2017. De appellante heeft zich voornamelijk gericht op het aanleveren van medische verslagen in plaats van het voldoen aan haar sollicitatieverplichtingen. Het hof concludeert dat de tekortkomingen van de appellante toerekenbaar zijn en dat er geen aanleiding is om de schuldsaneringsregeling te verlengen of een schone lei toe te kennen. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank.