In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling voor de kinderen van de moeder en de vader, die eerder met elkaar gehuwd waren. De moeder, die in hoger beroep is gegaan, verzocht om de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen, waarin een zorgregeling was vastgesteld die de vader recht gaf op omgang met de kinderen. De moeder stelde dat de vader niet in staat was om een veilige en stabiele omgeving voor de kinderen te bieden, en dat de kinderen sinds juli 2017 geen contact meer met hem wilden. De vader voerde aan dat hij hard aan zichzelf werkte en dat de moeder hem tegenhield in het contact met de kinderen. Het hof heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een nieuw onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor contactherstel tussen de vader en de kinderen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende informatie beschikbaar was om een goede beslissing te nemen en dat het in het belang van de kinderen was om een nieuw onderzoek te laten uitvoeren. De verdere behandeling van de zaak is aangehouden tot 18 juli 2019, in afwachting van het rapport van de raad.