ECLI:NL:GHSHE:2019:1207
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 maart 2019 uitspraak gedaan op een herzieningsverzoek van een verzoekster, die eerder was geconfronteerd met navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 1997 tot en met 2000. Het herzieningsverzoek was gebaseerd op artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en betrof een eerdere uitspraak van het Hof van 7 maart 2014. De verzoekster stelde dat er nieuwe feiten waren die niet bekend waren vóór de eerdere uitspraak, en die tot een andere beslissing hadden kunnen leiden. Het Hof oordeelde echter dat de feiten die verzoekster aanvoerde redelijkerwijs bekend konden zijn vóór de uitspraak van 7 maart 2014. Bovendien was er geen bewijs dat de fondsen waar het om ging daadwerkelijk rentefondsen waren, zoals verzoekster stelde. Het Hof concludeerde dat niet aan de voorwaarden voor herziening was voldaan en wees het verzoek af. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd ter openbare zitting uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.