ECLI:NL:GHSHE:2019:2422
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake partneralimentatie en wijziging van omstandigheden na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de partneralimentatie en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun jongmeerderjarige kind zijn vastgesteld. De vrouw is in hoger beroep gekomen van de beschikking van 28 maart 2018, waarin de rechtbank had bepaald dat de partneralimentatie met ingang van 15 december 2017 op nihil werd gesteld. De vrouw verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en de partneralimentatie opnieuw vast te stellen op € 1.450,-- per maand. De man verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen en stelt dat de alimentatieverplichting per 1 januari 2016 is geëindigd.
Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen op 29 oktober 2008 is ontbonden en dat zij ouders zijn van een jongmeerderjarige. In het convenant dat aan de echtscheidingsbeschikking is gehecht, is overeengekomen dat de man aan de vrouw een partneralimentatie van € 1.000,-- per maand betaalt. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling van de partneralimentatie rechtvaardigen. De man is niet langer ondernemer en zijn inkomen is gewijzigd, terwijl de vrouw haar arbeidsduur heeft aangepast en de jongmeerderjarige inmiddels meerderjarig is geworden.
Het hof concludeert dat de vrouw haar grieven tegen de nihilstelling van de partneralimentatie niet langer handhaaft en dat er geen nadere overeenkomst is tussen partijen over de partneralimentatie voor 15 december 2017. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten in hoger beroep, aangezien partijen (gewezen) echtgenoten zijn en de procedure de bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw betreft.