Uitspraak
5.De beschikking van 28 februari 2019
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
7.De verdere beoordeling
10 juli 2020, pro forma. Het hof zal verder, eveneens conform het advies van de raad – voor die desbetreffende periode – een voorlopige regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vaststellen, waarbij [minderjarige] eenmaal per drie weken van vrijdagmiddag na school tot zondag 11:00 uur contact heeft met de vader. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat partijen zich blijkens de bij het hof ingekomen reacties op het raadsrapport met deze voorlopige regeling kunnen verenigen en zij reeds uitvoering geven aan deze regeling. Het hof overweegt verder dat het partijen vrij staat om in onderling overleg de voorlopige regeling uit te breiden met enige tijd gedurende de vakanties van [minderjarige] , zoals partijen dat kennelijk ook tijdens de afgelopen zomervakantie hebben gedaan.