ECLI:NL:GHSHE:2019:4088
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling hoofdverblijf van minderjarige na scheiding van ouders met aandacht voor opvoedkwaliteiten en stabiliteit
In deze zaak gaat het om de bepaling van het hoofdverblijf van een minderjarige, die sinds 5,5 jaar bij de vader woont, terwijl formeel het hoofdverblijf bij de moeder ligt. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om het hoofdverblijf van de minderjarige bij haar te bepalen, terwijl de vader verzocht om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. De rechtbank had eerder bepaald dat het hoofdverblijf bij de moeder zou blijven, maar de feitelijke situatie was dat de minderjarige bij de vader woonde vanwege een hennepplantage in de woning van de moeder en andere omstandigheden die de veiligheid van de minderjarige in gevaar zouden kunnen brengen.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn beide ouders gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming en de bijzondere curator. De moeder heeft aangevoerd dat zij de betere opvoedkwaliteiten heeft en dat de minderjarige bij haar beter kan opgroeien. De vader heeft echter betoogd dat de minderjarige zich goed ontwikkelt bij hem en dat een wijziging van hoofdverblijf niet in het belang van de minderjarige zou zijn, gezien zijn behoefte aan stabiliteit en continuïteit.
Het hof heeft overwogen dat, hoewel de moeder goede bedoelingen heeft, de feitelijke situatie en de stabiliteit die de vader de minderjarige biedt, zwaarder wegen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen, met de overweging dat het in het belang van de minderjarige is om rust en duidelijkheid te hebben.