ECLI:NL:GHSHE:2019:4629
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van vaderschap na DNA-onderzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de erkenning van vaderschap. De appellant, aangeduid als 'de man', heeft bewijs geleverd dat hij niet de biologische vader is van de minderjarige, door middel van DNA-onderzoek. Dit onderzoek heeft aangetoond dat met een waarschijnlijkheid van meer dan 99,945% de erkenner, aangeduid als [erkenner], niet verwant is aan de minderjarige. De rechtbank Limburg had eerder een beschikking gegeven die nu door het hof is vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek van de man tijdig is ingediend en dat hiermee voldaan is aan de wettelijke vereisten van artikel 1:205 BW. De erkenning van [erkenner] als vader van de minderjarige, die op 14 juni 2004 heeft plaatsgevonden, is vernietigd. Het hof heeft de griffier gelast om een afschrift van de beschikking toe te sturen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, die de akte van erkenning moet doorhalen. De kosten van het geding worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.