ECLI:NL:GHSHE:2019:4856

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 augustus 2019
Publicatiedatum
23 april 2020
Zaaknummer
20-000688-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal door twee of meer verenigde personen

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 22 februari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [adres], had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het beroep behandeld en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis van de politierechter vernietigd moet worden. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het primair tenlastegelegde bewezen zou verklaren en de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van 9 weken, met toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf.

Het hof heeft vastgesteld dat de politierechter niet heeft voldaan aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte was op 14 december 2017 in verzekering gesteld en de dagvaarding was op 16 december 2017 in persoon uitgereikt. Het hof oordeelde dat er geen termijn van 40 dagen gold voor het versturen van de dagvaarding naar het adres van de verdachte in het buitenland. De tenlastelegging betrof diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de verdachte samen met anderen een grote hoeveelheid kleding, accessoires en parfums had weggenomen.

Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan het primair ten laste gelegde en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden. Daarnaast is de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 week gelast, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt. De beslissing is gegrond op de artikelen 14g, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000688-18
Uitspraak : 8 augustus 2019
VERSTEK (dnip)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 22 februari 2018, parketnummer 02-253306-17 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer
15-124429-16, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de op 26 februari 2018 door de raadsman van verdachte ingediende appelschriftuur, waarin wordt verzocht om terugwijzing van de zaak naar de rechtbank, omdat de vertaalde dagvaarding niet binnen 40 dagen naar het Roemeense adres van verdachte is verzonden en derhalve niet is voldaan aan het bepaalde in 588 en 588a van het Wetboek van Strafvordering.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het primair tenlastegelegde bewezen zal verklaren en verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 weken met aftrek. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf onder parketnummer 15-124429-16 zal worden toegewezen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat de politierechter heeft volstaan met aantekening van de uitspraak op een aan het dubbel van de dagvaarding gehecht stuk, maar het hof gebonden is aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering.
Geldigheid van de behandeling in eerste aanleg
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat – anders dan de raadsman stelt – artikel 588, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing is, omdat voldaan is aan de vereisten van artikel 588, eerste lid, sub a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte is op 14 december 2017 in verzekering gesteld en de dagvaarding voor de terechtzitting in eerste aanleg is hem op 16 december 2017 in persoon uitgereikt. Er geldt derhalve geen termijn van 40 dagen voor het versturen van de dagvaarding naar het adres van verdachte in het buitenland.
Ten overvloede merkt het hof op dat op 16 december 2017 door tussenkomst van een tolk in de Roemeense taal aan verdachte een uitleg is gegeven over de dagvaarding en dat tevens een vertaalde dagvaarding is verstuurd naar het adres van verdachte in Roemenië.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 december 2017 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
- onder andere een of meerdere overhemd(en) en/of jas(sen) en/of één portemonnee, in elk geval meerdere kledingstukken, althans enige goederen, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan de Zara (gelegen aan de Heuvelstraat 63), en/of
- onder andere een of meerdere pyjama(’s) en/of onderbroek(en), in elk geval meerdere kledingstukken, althans enige goederen, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan de Hunkemöller (gelegen aan de Heuvelstraat 15), en/of
- een parfum, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de Rituals (gelegen aan de Heuvelstraat 29), en/of
- een of meerdere parfum(s), in elk geval enige goederen, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan de Douglas (gelegen aan de Heuvelstraat 23), en/of
- onder andere een of meerdere jas(sen) en/of broek(en), in elk geval een of meerdere kledingstuk(ken), althans enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan de Bershka (gelegen aan de Heuvelstraat 56), en/of
- onder andere een of meerdere shirts en/of truien en/of boxershort(s), in elk geval een of meerdere kledingstukken, althans enige goederen, dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan The Sting (gelegen aan het Pieter Vredeplein 83), en/of
- onder andere een of meerdere boxershort(s) en/of één telefoon accupack en/of één bluetooth speaker, althans een of meerdere kledingstuk(ken) en/of accessoires, althans enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n), te weten aan de Expo (gelegen aan de Heuvelstraat 22), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 december 2017, te Tilburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een of meerdere kledingstuk(ken) en/of
- een of meerdere accessoire(s) en/of
- een of meerdere parfum(s) en/of
- een telefoon accupack en/of
- een bluetooth speaker, in elk geval een of meerdere goederen heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 december 2017 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander,
- meerdere overhemden en jassen en één portemonnee, die geheel aan een ander toebehoorden, te weten aan de Zara (gelegen aan de Heuvelstraat 63), en
- meerdere pyjama’s en onderbroeken, die geheel aan een ander toebehoorden, te weten aan de Hunkemöller (gelegen aan de Heuvelstraat 15), en
- een parfum, dat geheel aan een ander toebehoorde, te weten aan de Rituals (gelegen aan de Heuvelstraat 29), en
- meerdere parfums, die geheel aan een ander toebehoorden, te weten aan de Douglas (gelegen aan de Heuvelstraat 23), en
- meerdere jassen en broeken, die geheel aan een ander toebehoorden, te weten aan de Bershka (gelegen aan de Heuvelstraat 56), en
- meerdere shirts en truien en boxershorts, die geheel aan een ander toebehoorden, te weten aan The Sting (gelegen aan het Pieter Vredeplein 83), en
- meerdere boxershorts en één telefoon accupack en één bluetooth speaker, die geheel aan een ander toebehoorden, te weten aan de Expo (gelegen aan de Heuvelstraat 22), hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:

diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een strooptocht van diefstallen in vereniging, waarbij een grote hoeveelheid kleding, accessoires, parfums en elektronica is buit gemaakt. Daarbij heeft verdachte gebruik gemaakt van onder andere een geprepareerde tas. Dat is een ergerlijk feit dat overlast en kosten meebrengt voor de winkelier. Verdachte heeft zich bij zijn handelen laten leiden door eigen gewin, zonder zich rekenschap te geven van de gevolgen voor een ander.
Bij de straftoemeting heeft het hof tevens acht geslagen op een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 16 mei 2019, waaruit volgt dat verdachte reeds eerder ter zake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Daarnaast heeft het hof acht geslagen op een eveneens verdachte betreffend uittreksel van het European Criminal Records Information System (ECRIS) d.d. 5 juli 2019. Daaruit blijkt dat verdachte niet alleen in Nederland eerder is veroordeeld voor diefstal, maar ook in Roemenië, Spanje, Italië, Groot-Brittannië (tweemaal), Frankrijk (zesmaal), Duitsland (tweemaal). Voorts stelt het hof vast dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op bovenstaande niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de duur van 3 maanden met zich brengt.
Vordering tenuitvoerlegging
De officier van justitie in het arrondissement Zeeland-West-Brabant heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van een voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 week, opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Noord-Holland van 23 augustus 2016 onder parketnummer 15-124429-16. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof is ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van oordeel dat, nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, de tenuitvoerlegging van de gehele voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 1 week dient te worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14g, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 augustus 2016, parketnummer 15-124429-16, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Aldus gewezen door:
mr. P.M. Frielink, voorzitter,
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen en mr. E.G.M. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.R.A.C. Dinnissen, griffier,
en op 8 augustus 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen en mr. E.G.M. Smit zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.