In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 maart 2020, gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2010. De vader van de minderjarige, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt om vernietiging van een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing zijn verlengd. De vader stelt dat er nooit adequaat onderzoek is gedaan naar zijn opvoedkwaliteiten en dat hij niet betrokken is geweest bij de hulpverlening rondom zijn kind. De GI (William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering) verzet zich tegen het verzoek van de vader en vraagt om bekrachtiging van de eerdere beschikking. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 maart 2020 zijn de vader en de Raad voor de Kinderbescherming niet verschenen, maar zijn de GI en de pleegmoeder wel gehoord. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de argumenten van beide partijen. De minderjarige staat sinds 2015 onder toezicht van de GI en is sinds 2018 geplaatst bij de pleegmoeder. Het hof oordeelt dat de verlenging van de machtiging uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de minderjarige, die kwetsbaar is en speciale zorg nodig heeft. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de vader af.