In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2003. De moeder, appellante in deze procedure, heeft hoger beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige door de gecertificeerde instelling (GI) werd verleend. De moeder verzoekt het hof om deze beschikking te vernietigen en de uithuisplaatsing af te wijzen. De vader van de minderjarige is ook betrokken in deze procedure, evenals de Raad voor de Kinderbescherming, die als belanghebbende is aangemerkt.
Het hof heeft de minderjarige in de gelegenheid gesteld haar mening te uiten, maar zij heeft aangegeven zich niet vrij te voelen om naar het hof te komen. Gezien de belangenstrijd die zich voordoet, heeft het hof besloten een bijzondere curator te benoemen om de minderjarige te vertegenwoordigen. Mr. M.A. Breewel-Witteveen is bereid gevonden om deze rol op zich te nemen. De bijzondere curator zal de minderjarige horen en verslag uitbrengen aan het hof. De zaak is pro forma aangehouden in afwachting van het verslag van de bijzondere curator en verdere procedurele stappen. De beschikking is op 26 maart 2020 openbaar uitgesproken door het hof.