Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had op 8 maart 2019 bepaald dat het gezamenlijk gezag over de kinderen beëindigd werd en dat de moeder voortaan alleen het gezag uitoefent. De vader, die het niet eens was met deze beslissing, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om de beschikking te vernietigen en het gezamenlijk gezag te herstellen. Tijdens de procedure hebben de ouders overeenstemming bereikt over een ouderschapsplan, waarin afspraken zijn gemaakt over de zorgregeling en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. Het hof heeft de zaak aangehouden om de ontwikkelingen te volgen en om te beoordelen hoe de ouders invulling geven aan hun gezamenlijk gezag. De behandeling van de zaak is pro forma aangehouden tot 1 september 2020, waarbij het hof verzocht heeft om tijdig informatie te ontvangen over de situatie van de kinderen en de wijze waarop de ouders het gezamenlijk gezag uitoefenen. Het hof heeft de werking van de beschikking van de rechtbank geschorst, waardoor het gezamenlijk gezag van de ouders herleeft en zij gebonden zijn aan de gemaakte afspraken in het ouderschapsplan.