ECLI:NL:GHSHE:2020:122
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van minderjarigen en het belang van terugplaatsing
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht zijn gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (de GI). De vader van de kinderen heeft in hoger beroep verzocht om de eerdere beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant te vernietigen, die de uithuisplaatsing had verlengd. De vader betwist de noodzaak van de uithuisplaatsing en stelt dat hij in staat is om voor de kinderen te zorgen. De GI heeft echter aangegeven dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was vanwege zorgen over de veiligheid van de kinderen, met name naar aanleiding van een signaal van [minderjarige 1] over vermeend seksueel misbruik door de vader. Het hof heeft de argumenten van zowel de vader als de GI en de moeder gehoord en heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing in het belang van de kinderen is. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing tot 15 april 2020, waarbij het belang van de kinderen voorop staat en er ruimte is voor verder onderzoek naar hun perspectief.