Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder en de vader, bijgestaan door hun advocaat;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht staan van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De ouders, appellanten in deze zaak, hebben verzocht om de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 20 januari 2020 te vernietigen, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing werd verlengd. De ouders stellen dat zij hard aan zichzelf hebben gewerkt en dat zij nu in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen. Ze zijn van mening dat de kinderen niet gescheiden van elkaar moeten opgroeien en dat de huidige situatie in het pleeggezin niet optimaal is.
De GI heeft echter betoogd dat de ouders niet in staat zijn om de benodigde stabiliteit en zorg te bieden, gezien hun eigen problematiek en de zorgen over de opvoedsituatie. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord tijdens de mondelinge behandeling op 24 april 2020, die digitaal plaatsvond vanwege de coronamaatregelen. De ouders hebben hun zorgen over de huidige situatie van de kinderen geuit, terwijl de GI benadrukt dat de kinderen een stabiele opvoedomgeving nodig hebben, wat momenteel niet door de ouders kan worden geboden.
Het hof heeft overwogen dat de wettelijke vereisten voor de verlenging van de uithuisplaatsing zijn voldaan. De zorgen over de opvoedsituatie van de kinderen zijn al geruime tijd aanwezig en de ouders zijn momenteel niet in staat om de stabiliteit te bieden die de kinderen nodig hebben. Daarom heeft het hof besloten de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen en de uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te verlengen, in het belang van hun verzorging en opvoeding.