ECLI:NL:GHSHE:2020:1953
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgregeling voor minderjarigen met ondertoezichtstelling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een moeder tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin een zorgregeling voor haar drie minderjarige kinderen is vastgesteld. De moeder, die het eenhoofdig ouderlijk gezag over de kinderen uitoefent, is in hoger beroep gekomen tegen de beslissing van de rechtbank die de frequentie en duur van de contactmomenten tussen haar en de kinderen heeft gewijzigd. De kinderen staan sinds oktober 2018 onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en de rechtbank had eerder een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De moeder betwist dat er gewijzigde omstandigheden zijn die een wijziging van de contactregeling rechtvaardigen en stelt dat de GI niet-ontvankelijk is in haar verzoek. Tijdens de mondelinge behandeling is de moeder bijgestaan door haar advocaat, terwijl de GI en de Raad voor de Kinderbescherming ook vertegenwoordigd waren. Het hof overweegt dat er wel degelijk sprake is van gewijzigde omstandigheden, onder andere door de zorgen van de GI over de veiligheid van de contacten en de hechtingsproblematiek van de kinderen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarbij de GI de regie heeft over de contactmomenten, en oordeelt dat het in het belang van de kinderen is dat de contacten goed begeleid worden. De moeder moet zich blijven inspannen om de contacten op een prettige manier te laten verlopen.