De moeder voert - kort samengevat - het volgende aan.
De ouders hebben nooit samengeleefd en het is hen niet gelukt om een standvastige relatie op te bouwen. Gedurende de relatie is er sprake geweest van huiselijk geweld en het is vanwege de manipulerende persoonlijkheid van de vader voor de moeder moeilijk geweest om de relatie te verbreken.
De moeder betreurt het dat de vader blijft teruggrijpen op het verleden en dat hij blijft herhalen dat er bij haar sprake is van persoonlijkheidsproblematiek, waarbij hij ook haar opvoedcapaciteiten bij herhaling ter discussie stelt. De moeder probeert van haar kant het verleden van de vader buiten de strijd te houden.
Conform de wensen van de vader zijn de ouders in april 2016 een omgangsregeling overeengekomen. Drie maanden nadien heeft de vader, zonder dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden, een verzoek tot wijziging hoofdverblijf en omgangsregeling ingediend. Dit verzoek is door de rechtbank afgewezen. Een jaar later heeft de vader zich opnieuw tot de rechtbank gewend.
De vader heeft de afgelopen jaren geweigerd om zich te schikken naar uitgebrachte adviezen, aangeboden hulpverlening en gewezen beschikkingen. Hij dient veelvuldig klachten in of stelt hoger beroep in.
Het is in het belang van [minderjarige] dat de vader de strijd staakt en dat hij de aangeboden hulpverlening accepteert.
De moeder betwist dat zij zich tegenover [minderjarige] in negatieve zin over de vader uitlaat. [minderjarige] is al genoeg beschadigd en de moeder probeert haar zo goed als mogelijk te ondersteunen, zodat zij zich bij beide ouders prettig kan voelen.
De afgelopen jaren heeft geen van de diverse instanties zorgen gehad over de opvoedsituatie van [minderjarige] bij de moeder thuis. [minderjarige] doet het goed op school en de school is positief gestemd over de (sociale) ontwikkeling van [minderjarige].
Het is aan de vader om te accepteren dat de opvoedsituatie bij de moeder thuis tegemoet komt aan de behoeften van [minderjarige].
Verder zijn de ouders voldoende in staat om met elkaar te communiceren over praktische aangelegenheden, zoals de omgangsregeling.