Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Van den Heuvel;
- namens de vader mr. Van den Heuvel;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van ouders tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De ouders, hierna aangeduid als de vader en de moeder, hebben verzocht om de omgangsregeling met hun minderjarige kinderen te herzien. De kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], zijn onder toezicht gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (de GI). De ouders hebben in eerdere procedures al omgangsregelingen gehad, maar de GI heeft verzocht om de omgangsregeling te beperken vanwege zorgen over het gedrag van de ouders tijdens de omgangsmomenten.
De mondelinge behandeling vond plaats op 30 juni 2020, waarbij de ouders en de GI aanwezig waren. De vader was echter niet verschenen. De GI heeft aangegeven dat de omgangsmomenten onrustig verlopen en dat de kinderen, vooral [minderjarige 1], last hebben van een loyaliteitsconflict. De rechtbank had eerder de omgangsregeling gewijzigd, wat de ouders niet konden accepteren. De ouders hebben betoogd dat de GI onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de omgangsregeling en dat de verslagen van Anacare niet representatief zijn voor de situatie.
Het hof heeft de argumenten van de ouders overwogen, maar oordeelt dat de GI terecht heeft verzocht om een wijziging van de omgangsregeling. De verslagen van Anacare geven een duidelijk beeld van de situatie en de GI heeft voldoende informatie verzameld om tot een beslissing te komen. Het hof concludeert dat het in het belang van de kinderen is om de omgangsregeling te beperken, en bekrachtigt de beschikking van de rechtbank. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt.