In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de moeder tot vervangende toestemming voor het aanvragen van een Hongaars paspoort voor haar minderjarige dochter, geboren in 2016, en de contactregeling tussen de ouders. De moeder had eerder bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant verzocht om deze toestemming, maar dit verzoek was afgewezen. De vader had bezwaren tegen het aanvragen van het Hongaars paspoort, vrezend dat de moeder zonder zijn toestemming naar Hongarije zou vertrekken met hun dochter. Het hof oordeelde dat het voor de identiteit en afkomst van de minderjarige van belang is dat zij de steun en toestemming van beide ouders ervaart. Gezien de omstandigheden en de verklaring van de moeder dat zij niet van plan is om zonder toestemming van de vader naar Hongarije te vertrekken, verleende het hof de moeder vervangende toestemming voor het aanvragen van het Hongaars paspoort.
Daarnaast werd de contactregeling tussen de vader en de minderjarige besproken. Het hof oordeelde dat de ouders met spoed hulp moeten aanvaarden om het contact tussen de vader en de minderjarige te herstellen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft toegezegd de zaak intensief te volgen middels een beschermingsonderzoek. Het hof concludeerde dat de belangen van de vader op dit moment afdoende gewaarborgd zijn en dat de ouders met voortvarendheid het geadviseerde hulptraject moeten ingaan. De beschikking van de rechtbank werd vernietigd voor zover het de paspoortkwestie betreft, maar voor het overige werd deze bekrachtigd.