Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[de vader] ,
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de ouders, bijgestaan door mr. C.A. Offermans, waarnemend voor mr. Schrouff;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 16 januari 2020, overgelegd door mr. Schrouff bij V-formulier van 6 juli 2020;
- de brief van de GI van 6 juli 2020, ingekomen ter griffie op 9 juli 2020.
3.De beoordeling
- [minderjarige 1] (hierna:
- [minderjarige 2] (hierna:
[minderjarige 1] geeft aan dat er nog steeds discussies tussen de ouders zijn, met name in de ochtenden. Zij vindt dit spannend en is wel eens bang dat er dan weer iets gebeurt. [minderjarige 2] zegt dat ze geen ruzies meer hoort tussen de ouders. [minderjarige 2] heeft het nu heel gezellig met haar vader. De ouders blijven bagatelliseren wat er in het verleden is gebeurd. Er was sprake van een spiraal van fors geweld binnen een patroon waarin de ouders wisselend bij elkaar waren en dan weer uit elkaar gingen. De kinderen zijn hierdoor geschaad in hun ontwikkeling. Met name het verleden met het huiselijk geweld tussen hun ouders, heeft grote
Alles overziende is het hof er niet van overtuigd dat de ouders op dit moment in staat zijn escalaties te voorkomen en het huiselijk geweld achter zich te laten. Het risico dat de kinderen hier opnieuw aan worden blootgesteld acht het hof dan ook te groot.
4.De beslissing
E.H. Schijven-Bours is op 6 augustus 2020 uitgesproken in het openbaar door mr. C.N.M. Antens in tegenwoordigheid van mr. D. van der Horst, de griffier.