ECLI:NL:GHSHE:2020:2784
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal met gebruik van een geprepareerd middel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 22 juli 2019 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor diefstal. De verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen in 1985, had vier pakjes met onderbroeken van het merk Calvin Klein gestolen uit het warenhuis Hudson’s Bay in Tilburg, waarbij hij gebruik maakte van een geprepareerde schoenendoos. De politierechter had de straf opgelegd met aftrek van het voorarrest, maar de verdachte ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 2 september 2020 heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. De advocaat-generaal heeft gevorderd om het vonnis te bevestigen, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van het hof en een strafmaatverweer voerde. Het hof heeft de bewijsmiddelen aangevuld met de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd tijdens de zitting op 19 augustus 2020. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte in overweging genomen, waaronder eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten.
Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen ten aanzien van de straf en de verdachte opnieuw te veroordelen tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof oordeelde dat de opgelegde straf passend was, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was gepleegd. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, die ten tijde van de uitspraak van toepassing waren.