6.3.Wanneer blijkt dat ook met deze hulp de problemen niet goed genoeg opgelost kunnen worden, zal de raad bekijken wat er nog meer nodig is voor [minderjarige] . Met deze beschikking zorgt het hof ervoor dat het hulpaanbod en een eventueel raadsonderzoek één aaneengesloten traject is. Voor deze zaak betekent dit concreet het volgende.
Het hulptraject zal uitgevoerd gaan worden via de gemeente [gemeente] door (een) hulpaanbieder(s) van Ouderschap Blijft en Begeleide Omgang door professionals .
De bedoeling van de hulptrajecten is dat door partijen gewerkt wordt aan het behalen van de volgende doelen:
- de ouders maken keuzes die hun communicatie verbeteren en dragen daar hun verantwoordelijkheid voor;
- de ouders dragen er zorg voor dat kinderen met beide ouders onbelast contact kunnen hebben;
- de ouders kunnen weer de regie nemen over hun zorgouderschap waarbij de behoeften en de noden van het kind centraal staan;
- er is weer contact tussen [minderjarige] en de vader;
- de ouders richten zich op hun ouderschap en maken afspraken over de communicatie met betrekking tot het welzijn van [minderjarige] ;
- [minderjarige] krijgt de gelegenheid haar ideeën, zorgen en wensen te delen met beide ouders;
- een contactregeling is vastgesteld tussen [minderjarige] en de vader die alle partijen aanvaarden en nakomen.
Het hof zal deze beschikking doorsturen naar:
Gemeente [gemeente]
Afdeling Bijeen Zorgadministratie
t.a.v. [naam 1] en [naam 2]
Postbus [postbus]
[postcode] [plaats]
Het hof verzoekt de door de gemeente in te schakelen hulpaanbieder(s) om uiterlijk op 31 juli 2020 of zoveel eerder als mogelijk is, bij het hof de eindrapportage over het verloop van de hulptrajecten in te dienen.
Het hof zal de advocaten van partijen daarna in de gelegenheid stellen om op de eindrapportage binnen een termijn van twee weken te reageren en daarbij aan te geven of, en zo ja, waarom zij een nieuwe mondelinge behandeling nodig vinden.
Indien (een deel van) het hulptraject niet heeft geleid tot een positief resultaat verzoekt het hof de hulpaanbieder de eindrapportage niet alleen naar het hof, maar ook naar de raad voor de Kinderbescherming [locatie] te sturen. Aan de hand van de eindrapportage zal de raad bekijken of een raadsonderzoek noodzakelijk is. De raad wordt verzocht om binnen twee weken na ontvangst van de eindrapportage het hof te laten weten of een raadsonderzoek noodzakelijk is. Wanneer de raad een raadsonderzoek noodzakelijk vindt, zal dit vervolgens door de raad uitgevoerd worden. Binnen drie maanden dient de raad over dit onderzoek een raadsrapport bij het hof in te dienen.
Deze beschikking geldt meteen als opdracht aan de raad om een onderzoek te verrichten indien het traject niet positief wordt afgesloten én de raad een onderzoek noodzakelijk vindt.
Voor het geval de raad zal overgaan tot een raadsonderzoek, verzoekt het hof de raad de volgende vragen in het raadsonderzoek te betrekken en te beantwoorden:
- In hoeverre komt een vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders tegemoet aan de belangen van [minderjarige] ?
- Hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie vorm gegeven te worden?
Na ontvangst van de eindevaluatie, de reacties van partijen daarop en berichtgeving van de raad na een niet positief verlopen traject, zal het verdere verloop van de procedure worden bepaald. Indien de raad besluit tot een raadsonderzoek, zal de raad daartoe direct overgaan zonder nadere zitting.
7. De beslissing
In principaal hoger beroep:
Ter zake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken:
verzoekt de hulpverlenende instantie(s)
uiterlijk op 31 juli 2020, of zoveel eerder als mogelijk, de eindrapportage over het verloop van het traject Ouderschap Blijft en het traject Begeleide Omgang door professionals
,aan het hof over te leggen, onder vermelding van het zaaknummer;
stelt partijen in de gelegenheid om
uiterlijk op 15 augustus 2020te reageren op deze eindrapportage en daarbij aan te geven of, en zo ja waarom, zij een nieuwe mondelinge behandeling nodig vinden;
verzoekt de raad bij een niet positief verlopen traject om het hof binnen twee weken na kennisneming van afloop van het traject te informeren of de raad een raadsonderzoek noodzakelijk vindt, en, indien dat het geval is, een onderzoek te verrichten naar de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en daarover bij het hof een rapport in te dienen, waarbij de hiervoor onder de beoordeling opgenomen vraagstelling wordt meegenomen en beantwoord;
houdt iedere verdere beslissing aan tot
PRO FORMA 31 juli 2020.
In principaal en incidenteel hoger beroep:
Ter zake de kinderalimentatie:
houdt iedere beslissing aan tot 20 februari 2020.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.C.E. Ackermans, C.N.M. Antens en H. van Winkel en is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2020 door mr C.N.M. Antens in tegenwoordigheid van de griffier.