Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
[minderjarige]), op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 oktober 2020, gaat het om een hoger beroep van de vader die verzoekt om alleen het gezag over zijn minderjarige dochter, geboren in 2016. De vader stelt dat de moeder, die een moeilijke periode heeft doorgemaakt en zes maanden afwezig was, niet in staat is om haar rol als ouder adequaat te vervullen. De moeder heeft echter aangegeven dat zij haar leven weer op orde heeft en een actieve rol in het leven van haar dochter wil spelen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het gezamenlijk gezag is gehandhaafd. Het hof oordeelt dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders en dat de moeder, ondanks haar afwezigheid, in het verleden een betrouwbare ouder is geweest. Het hof benadrukt het belang van communicatie tussen de ouders en het herstel van de relatie tussen de moeder en het kind. De beslissing houdt in dat de ouders samen moeten werken aan een omgangsregeling, waarbij de moeder weer een rol in het leven van haar dochter kan innemen.