GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 29 oktober 2020
Zaaknummer : 200.280.497/01
Zaaknummers 1e aanleg: C/03/274629 / JE RK 20-346 en
C/03/274630 / JE RK 20-347
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. R. Engwegen,
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI).
-
[minderjarige 1](hierna te noemen: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] , en
-
[minderjarige 2](hierna te noemen: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] ,
hierna samen te noemen: de kinderen.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. E. Meuwissen.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
Raad voor de Kinderbescherming,
Regio Zuidoost Nederland, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de raad.