De GI voert, samengevat, het volgende aan.
In het kader van een eerdere ondertoezichtstelling is geconstateerd dat de kinderen opgroeien in een chaotische opvoedingssituatie met chronische meervoudige problematiek, waardoor zij niet toekomen aan hun ontwikkelingstaken en waarbij geconstateerd is dat beide ouders opvoedondersteuning nodig hebben.
In juli 2018 is vervolgens geconstateerd dat de zorgen over de kinderen nog steeds aanwezig zijn. Van een stabiele thuissituatie is nog geen sprake en bij de drie oudste kinderen is er tevens sprake van een cognitieve ontwikkelingsbedreiging.
In januari 2019 heeft de moeder een melding van mogelijk seksueel misbruik door de vader gedaan. Tot die tijd verbleven de kinderen afwisselend een week bij de vader en bij de moeder.
Vanwege de grote zorgen die er over de thuissituatie waren, waarbij de moeder ieder contact met de hulpverlening afhield, was een verblijf bij de moeder niet langer verantwoord. Een plaatsing bij de vader was op dat moment niet mogelijk, omdat het zedenonderzoek naar de vader nog niet was afgerond.
Inmiddels is dit strafrechtelijk onderzoek afgerond en is de zaak tegen de vader geseponeerd.
Toch acht de GI het in het belang van de kinderen dat zij vooralsnog blijven op de plek waar zij nu zitten. De kinderen ervaren hier veiligheid, stabiliteit en structuur. Zij zitten nog steeds klem tussen hun ouders en [minderjarige 2] en [minderjarige 1] worden bedreigd in hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
De strijd tussen de ouders is nog onverminderd aanwezig. De vader is bezig met een aangifte tegen de moeder en de moeder heeft nog steeds haar twijfels over de vader ten aanzien van het vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag. De ouders diskwalificeren elkaar, terwijl het voor de kinderen van belang is dat de ene ouder de andere ouder niet afvalt. Beide ouders kunnen dit nu niet waarmaken.
De ouders hebben ieder afzonderlijk persoonlijke doelen gekregen, waaraan zij moeten werken. De moeder heeft al veel stappen gezet, maar ze is er nog lang niet. De vader loopt op dit moment vast. Er is bij hem veel woede, verdriet, onmacht en frustratie aanwezig, waardoor hij niet stabiel is.
[minderjarige 1] glijdt helaas steeds verder af. Er is een enorme toename gezien van fysieke, forse geweldsincidenten. [minderjarige 1] is loyaal naar zijn moeder en hij stoot zijn vader af. [minderjarige 3] kopieert het gedrag van zijn grote broer en heeft ook last van emotieregulatie-problematiek.