Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. J.J.M. Goltstein (waarnemend advocaat voor mr. Ruyters);
 - de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] ;
 - de pleegmoeder, bijgestaan door mr. Van Ek;
 - de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
 
3.De beoordeling
[minderjarige]) is geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] .
- in 2011 zijn de ouders van [minderjarige] gescheiden. [minderjarige] had zijn hoofdverblijfplaats bij de moeder;
 - sinds 2 oktober 2015 is er sprake van een ondertoezichtstelling;
 - bij beschikking van 6 maart 2016 is een opbouwende zorgregeling vastgesteld tussen de vader en [minderjarige] die per maart 2017 resulteert in één weekend per veertien dagen van vrijdag na schooltijd tot zondag 18.00 uur en de helft van de vakanties;
 - bij beschikking van 17 juli 2017 heeft de rechtbank deze zorgregeling beperkt en beslist dat [minderjarige] één weekend per veertien dagen van zaterdag 09.30 tot zondag 18.00 uur bij de vader verblijft, welke regeling in overleg met de GI kan worden uitgebreid;
 - in de periode van juli 2017 tot augustus 2018 hebben de vader en [minderjarige] elkaar niet gezien;
 - de moeder is op [datum] 2018 overleden.
 - [minderjarige] verblijft sinds 10 augustus 2018 bij zijn huidige pleegmoeder, een zus van de moeder, op basis van een (aanvankelijk: spoed)machtiging tot uithuisplaatsing;
 - in [maand] 2019 is de pleegvader van [minderjarige] overleden;
 - sinds april/mei 2019 hebben [minderjarige] en de vader één keer in de twee weken één uur contact met elkaar onder begeleiding van AnaCare.