Genoemd wetsartikel maakt duidelijk dat het verzoek van de GI tot verblijfswijziging van [minderjarige] alleen dan dient te worden afgewezen indien dit in het belang van [minderjarige] noodzakelijk wordt geacht. De vraag die aan het hof voorligt is derhalve niet welke verblijfplaats het hof het meest in het belang van [minderjarige] acht, maar of het in het belang van [minderjarige] noodzakelijk is dat zij bij de pleegmoeder blijft wonen.
Uit het rapport van Xonar van 30 april 2019 komt het volgende naar voren. De pleegmoeder heeft een groot hart en de familie is sterk met elkaar verbonden, maar door de symbiotische relatie is de rust, structuur en voorspelbaarheid van de zorg voor [minderjarige] onvoldoende geborgd. Dit terwijl [minderjarige] , die in haar leven al veel onveiligheid en onvoorspelbaarheid heeft gekend, juist veel aandacht, stabiliteit, rust en voorspelbaarheid nodig heeft. Ze heeft de onverdeelde aandacht nodig om zichzelf op de lange termijn te kunnen ontwikkelen, te leren omgaan met haar angsten en haar trauma’s te verwerken. Een van de kwaliteiten van de pleegmoeder, zorgzaam zijn en voor iedereen klaar willen staan, is wat dat aangaat een valkuil gebleken. Zij kan [minderjarige] niet bieden wat zij nodig heeft om zich op de lange termijn verder te ontwikkelen tot een gezonde volwassene. [minderjarige] krijgt daarbij ook te veel mee van de betrokkenheid van de familie, wat belastend voor haar is. Xonar pleegzorg heeft besloten de pleegmoeder niet te erkennen als pleeggezin voor [minderjarige] , aldus het rapport.
Het hof constateert dat de pleegmoeder vanuit een diepgaande betrokkenheid voor [minderjarige] heeft gezorgd, maar dat inmiddels duidelijk is geworden dat [minderjarige] met haar kind-eigen problematiek meer van een opvoeder vraagt dan gemiddeld. Gebleken is dat de pleegmoeder haar dit niet kan bieden.
De aan de pleegmoeder aangeboden hulp is, daargelaten wat de oorzaak hiervan is, niet van de grond gekomen. Het hof gaat ervan uit dat [minderjarige] in het ervaren pleeggezin waar zij thans verblijft wel de aandacht, stabiliteit, rust en voorspelbaarheid vindt, waar zij behoefte aan heeft en acht het niet in het belang van [minderjarige] dat zij daar nog langer van verstoken blijft. Gelet hierop is het dan ook niet in het belang van [minderjarige] om de pleegmoeder alsnog de kans te geven te laten zien dat zij, zoals zij zelf aangeeft, met hulp daartoe voldoende kan aansluiten bij de behoefte van [minderjarige] .
Dit alles maakt dat het naar het oordeel van het hof in het belang van [minderjarige] niet noodzakelijk is het verzoek van de GI tot wijziging van de verblijfplaats van [minderjarige] , af te wijzen. Het hof overweegt daarbij nog, zoals ook in het rapport van Xonar wordt overwogen, dat het voor [minderjarige] van belang is dat zij de band en de verbinding met haar familie behoudt en dat de pleegmoeder een wezenlijke rol in haar leven kan blijven hebben, ook op de lange termijn.