Uitspraak
5.De beschikking d.d. 30 januari 2020
6.De verdere beoordeling in het principaal en incidenteel hoger beroep
[internetsite]) ad
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 februari 2020 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, had geen grief ingediend tegen de echtscheiding, waardoor het hof dit verzoek afwees. De vrouw, verweerster in het principaal hoger beroep, had een behoefte van € 440,- per maand voor hun minderjarige kind vastgesteld, waar de man mee instemde. De rechtbank had eerder bepaald dat de man € 300,- per maand moest betalen als kinderalimentatie, met ingang van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De vrouw stelde echter dat de ingangsdatum eerder moest zijn, namelijk de datum van haar verzoekschrift of de datum van de bestreden beschikking. Het hof oordeelde dat het redelijk was om de kinderalimentatie te laten ingaan op de datum van de beschikking van 27 februari 2020, gezien de omstandigheden van de man, die in financiële problemen verkeerde en geen draagkracht had voor een hoger bedrag. Het hof bepaalde de kinderalimentatie op € 25,- per maand, hetgeen de man had aangeboden, en verplichtte hem om de vrouw op de hoogte te houden van zijn financiële situatie en de aflossing van zijn schulden. De beschikking van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.