ECLI:NL:GHSHE:2020:803
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant inzake ontuchtige handelingen, mishandeling, huisvredebreuk en beschadiging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de verdachte is veroordeeld voor ontuchtige handelingen met twee slachtoffers, mishandeling, huisvredebreuk en beschadiging van een gsm. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte de nietigheid van de dagvaarding in eerste aanleg ingeroepen, omdat de betekening niet volgens de wettelijke bepalingen zou zijn geschied. Het hof heeft vastgesteld dat de eerste betekening van de dagvaarding niet correct was, omdat deze niet op het juiste adres was aangeboden. De tweede betekening voldeed wel aan de wettelijke eisen, maar de termijn tussen de betekening en de terechtzitting was niet in acht genomen. Het hof oordeelt dat de rechtbank de zaak niet had mogen behandelen zonder dat de verdachte aanwezig was. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant voor een nieuwe behandeling op basis van de bestaande dagvaarding.