Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] , en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Zonnenberg;
- de moeder, bijgestaan door mr. Van Coolwijk;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
3.De beoordeling
de ouders zijn het er voor het overige over eens, dat het in het belang van de kinderen is om de omgangsregeling zoveel als mogelijk ongewijzigd te laten. Dit betekent feitelijk dat – op de uitbreiding van de zomervakantie na – als uitgangspunt heeft te gelden dat de omgangsregeling zoals thans vastgelegd voor de komende jaren heeft te gelden, bij voorkeur tot het moment dat zij naar de middelbare school gaan en zelf in staat zijn om te reizen tussen het woonadres van de vader en de moeder.” De vader heeft pas medio 2018 voor het eerst te kennen gegeven dat hij wil dat de kinderen ook tijdens de carnavalsvakantie bij hem verblijven. Tot die tijd zijn partijen het er altijd over eens geweest dat de kinderen in de carnavalsvakantie bij de moeder verblijven.