ECLI:NL:GHSHE:2021:1329

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
4 mei 2021
Zaaknummer
200.243.001_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelaten eiswijziging na memorie van grieven in een zaak over onrechtmatige hinder door schaduwwerking van bomen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten tegen geïntimeerden. De zaak betreft onrechtmatige hinder door schaduwwerking van bomen. De appellanten hebben een eiswijziging ingediend na de memorie van grieven. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 16 oktober 2018, 12 mei 2020 en 6 oktober 2020. In het arrest van 6 oktober 2020 is ir. Y. Kraak benoemd als deskundige om vragen te beantwoorden over de lichtinval in de woningen van de appellanten in relatie tot de bomen en andere bouwwerken. De deskundige heeft zijn onderzoek gestart en heeft aanvullende vragen gesteld aan de griffier. Het hof heeft de deskundige gevraagd om een nader onderzoek te verrichten naar de lichtinval en de invloed van de bomen en bouwwerken. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn ten laste van de appellanten gebracht. Het hof heeft bepaald dat de deskundige met het aanvullende onderzoek kan beginnen nadat hij bericht heeft ontvangen van de griffier. De zaak is aangehouden in afwachting van het deskundigenrapport.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.243.001/01
arrest van 4 mei 2021
in de zaak van

1.[appellant] ,wonende te [woonplaats 1] ,

2.
[appellante] ,wonende te [woonplaats 1] ,
appellanten,
advocaat: mr. N.P.H. Vissers te Leusden,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats 1] ,

2.
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats 1] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. W.J.F. Geertsen te Maastricht,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 16 oktober 2018, 12 mei 2020 en 6 oktober 2020.

11.De verdere beoordeling

11.1.
Bij arrest van 6 oktober 2020 heeft het hof ir. Y Kraak tot deskundige benoemd ter beantwoording van de in dat arrest genoemde vragen. Het voorschot van de deskundige, dat door deze is begroot op € 2.159,85, is ten laste van [appellanten] gebracht.
11.2.1.
De deskundige is zijn bezonningsonderzoek begonnen. Hij heeft per email contact gehad met de griffier in verband met enkele aanvullende vragen zijnerzijds.
Met betrekking tot vraag A 1a ( In welke verhouding beperken de rode esdoorn en de kersenboom de lichtinval in de woning van [appellanten] in vergelijking met de beperking van de lichtinval veroorzaakt door de onder A3 genoemde schutting, de onder A4 genoemde muur en de onder A5 genoemde houten aanbouw ten opzichte van de totale lichtinval in de woning, gemeten over de gehele onder A genoemde periode?) schreef de deskundige:

1. Ik neem aan dat de invloed van de a3 schutting, a4 muur en a5 houten aanbouw bij elkaar vastgesteld moet worden en niet afzonderlijk?
Dus de volgende vergelijking:
Bestaande situatie met de 2 bomen (en dus met a3 schutting, a4 muur en a5 houten aanbouw VS. Situatie met de 2 bomen maar zonder de a3 schutting, a4 muur en a5 houten aanbouw
2. Ik neem aan dat met de muur de gehele erfafscheiding aan de rechterzijde wordt bedoeld of alleen de muur onder de overkapping?
11.2.2.
Namens de raadsheer-commissaris heeft de griffier de deskundige als volgt geantwoord:
“(1) Het gaat om alle factoren die meespelen in de mate waarin de lichtval wordt beperkt bij [appellant] . De bomen zijn van [geïntimeerde 1] en de bouwwerken van [appellant] . Het gaat inderdaad om de verhouding tussen de beperking door die bomen versus de beperking door de genoemde bouwwerken tezamen. Zoals de deskundige het formuleerde: Bestaande situatie met de 2 bomen (en dus met a3 schutting, a4 muur en a5 houten aanbouw VS. Situatie met de 2 bomen maar zonder de a3 schutting, a4 muur en a5 houten aanbouw.
(2) Dat is correct, bedoeld is de gehele erfafscheiding ter rechterzijde.”
11.2.3.
Deze emailcorrespondentie is aan de advocaten van partijen doorgestuurd.
11.3.1.
Vervolgens heeft de deskundige het hof bericht dat hij van beide partijen een reactie heeft ontvangen.
[geïntimeerden] hebben aan de deskundige twee vragen voorgelegd die hij, zo gaf hij aan, zal beantwoorden. Dat betekent echter wel dat een extra aanvullende situatie zal moeten worden doorgerekend., hetgeen € 150,00 excl. btw zal gaan kosten te vermeerderen met € 75,00 excl btw indien hierbij afbeeldingen in het rapport worden opgenomen.
11.3.2
De griffier van het hof heeft telefonisch contact opgenomen met (de advocaten van) beide partijen over de extra vragen en de kosten daarvan. [appellanten] heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen de aanvullende vragen.
11.4.
Het hof acht de beantwoording van de voorgestelde vragen – met illustratie – zinvol. Het voorgestelde voorschot voor de beantwoording van deze aanvullende vragen komt het hof realistisch voor.
11.5.1.
Het hof zal daarom bepalen – in overweging genomen de suggestie van de deskundige - dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de volgende vragen:
E) (1) Welke situatie zou de totale lichtinval representeren volgens u? Is dat de situatie zonder bomen en zonder schuttingen, muur en schuur als alternatief voor de bestaande situatie?
(2) Behelst de situatie zonder bomen en zonder schuttingen, zonder muur en zonder schuur een 100% lichtinval?
11.5.2.
Het voorschot van de deskundige voor deze aanvullende vragen, dat door deze is begroot op € 225,00 excl. btw (= € 272,25 incl. btw) komt ten laste van [appellanten]
11.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

12.De uitspraak

Het hof:
10.1.
bepaalt dat door deskundige Y. Kraak een nader deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 11.5. van dit arrest geformuleerde vragen;
10.2.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
10.3.
bepaalt dat de deskundige eerst met het aanvullende onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op uiterlijk
een maandnadat door de griffier is bericht dat met het aanvullende onderzoek kan worden begonnen;
10.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 272,25;
bepaalt dat partij [appellanten] laatstgenoemd bedrag zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.6.
verwijst de zaak naar de rol van 15 juni 2021 in afwachting van het deskundigenrapport;
Verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenrapport naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [appellanten] ;
10.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, W.J.J. Beurskens en L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 4 mei 2021.
griffier rolraadsheer