Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
(feit 1 primair),
- diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, en afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
(feit 2 primair)en
- diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
(feit 3 primair)veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts is bij vonnis waarvan beroep een in beslag genomen voorwerp, te weten een telefoontoestel van het merk Apple, onttrokken aan het verkeer.
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] (à € 1.600,00 ter zake van immateriële schade), [benadeelde partij 2] (à € 1.000,00 ter zake van immateriële schade) en [benadeelde partij 3] (à € 1.000,00 ter zake van immateriële schade) zijn bij vonnis waarvan beroep hoofdelijk toegewezen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2018 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat
gijzeling voor de duur van ten hoogste 26 (zesentwintig) dagenkan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2018 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat
gijzeling voor de duur van ten hoogste 20 (twintig) dagenkan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 maart 2018 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat
gijzeling voor de duur van ten hoogste 20 (twintig) dagenkan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2018 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat
gijzeling voor de duur van ten hoogste 26 (zesentwintig) dagenkan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.990,95 (duizend negenhonderdnegentig euro en vijfennegentig cent) aan materiële schadeaf.