ECLI:NL:GHSHE:2021:1997

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 februari 2021
Publicatiedatum
28 juni 2021
Zaaknummer
20-001630-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake seksueel misbruik van minderjarige door stiefvader

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren op [geboortedag 1] 1966, werd beschuldigd van seksueel misbruik van zijn (stief)dochter, geboren op [geboortedag 2] 2002. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een contactverbod met het slachtoffer. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld op basis van de verklaringen van het slachtoffer, de moeder van het slachtoffer en andere getuigen. Het hof heeft vastgesteld dat het slachtoffer herhaaldelijk door de verdachte is misbruikt, met name in de periode van 1 januari 2010 tot en met 26 april 2014. De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met het slachtoffer, die op dat moment nog niet de leeftijd van twaalf jaren had bereikt. Het hof heeft de verklaringen van het slachtoffer als consistent en betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die twijfels uitte over de betrouwbaarheid van deze verklaringen.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met dezelfde bijzondere voorwaarden als eerder opgelegd. Het hof heeft benadrukt dat de bewezenverklaarde feiten zeer ernstig zijn en dat de verdachte geen rekening heeft gehouden met de geestelijke en lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 244 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001630-19
Uitspraak : 1 februari 2021
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 21 mei 2019 in de strafzaak met parketnummer 01-865063-18 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1966,
wonende te [adres 1]
Hoger beroep
De rechtbank heeft verdachte terzake van:
“met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd
en
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd”
veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest met de bijzondere voorwaarde van een contactverbod met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen.
De verdediging heeft verweren gevoerd betreffende de bewezenverklaring en de straftoemeting.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 01 januari 2009 tot en met 26 april 2014 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, (telkens) met zijn, verdachtes, (stief)kind, zijnde [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2002), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, en al dan niet aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd, te weten als (stief)vader van die [slachtoffer] , (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte, (telkens) (onder meer):
-zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
-met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of
-zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
-(in elk geval) zijn geslachtsdeel laten betasten door die [slachtoffer] en/of
-met zijn, verdachtes, naakte lichaam op het lichaam van die [slachtoffer] gelegen en/of (daarbij) op en neergaande bewegingen gemaakt en/of
-de borsten en/of (in elk geval) het lichaam van die [slachtoffer] betast en/of
-die [slachtoffer] ge(tong)zoend;
en/of
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 01 januari 2009 tot en met 26 april 2014 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, met zijn, verdachtes, (stief)kind, zijnde [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2002), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, en al dan niet aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd, te weten als (stief)vader van die [slachtoffer] , (telkens) buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, (telkens):
-met zijn, verdachtes, hand(en) en/of vinger(s) de vagina en/of de schaamlippen, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of
-zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- ( in elk geval) zijn geslachtsdeel laten betasten door die [slachtoffer] en/of
- met zijn, verdachtes, naakte lichaam op het lichaam van die [slachtoffer] gelegen en/of (daarbij) op en neergaande bewegingen gemaakt en/of
-de borsten en/of (in elk geval) het lichaam van die [slachtoffer] betast en/of
-die [slachtoffer] ge(tong)zoend.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij, meermalen, in de periode van 01 januari 2010 tot en met 26 april 2014 te Eindhoven, (telkens) met [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2002), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft hij, verdachte, (telkens):
-zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht
en
hij, meermalen, in de periode van 01 januari 2010 tot en met 26 april 2014 te Eindhoven, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2002), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, (telkens) buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, (telkens):
-met zijn, verdachtes, handen de schaamstreek van die [slachtoffer] betast en/of
-zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- met zijn, verdachtes, naakte lichaam op het lichaam van die [slachtoffer] gelegen en/of (daarbij) op en neer gaande bewegingen gemaakt en/of
-de borsten van die [slachtoffer] betast en/of
-die [slachtoffer] gezoend.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna opgenomen bewijsmiddelen [1] in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1.

Proces-verbaal bevindingen informatief gesprek zeden, dossierpagina 23 e.v., voorzover inhoudende als eigen waarneming of bevinding, zakelijk weergegeven:
(p. 23)
Informatie over het gesprek:
Informatief gesprek met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, wonende te [adres 2] .
Wat is er globaal gebeurd: [slachtoffer] vertelde in het kort dat:
-haar moeder sinds oktober 2015 samenwoont met [naam].
-haar moeder hiervoor een 5 jaar durende relatie had met [verdachte] .
-dat [verdachte] een groot deel van deze relatie haar had aangeraakt waar ze niet aangeraakt wilde worden.
-hij als mama weg was haar aanraakt en dat ze hem dan ook moest aanraken.
-haar moeder er zelf is achtergekomen dat [verdachte] haar aanraakte.
-ze op een avond ziek in mama’s bed lag.
(p. 24)
-hij toen naar de slaapkamer kwam om te kijken hoe het ging.
-haar moeder toen beneden moest blijven wachten.
-ze (het hof begrijpt: [slachtoffer] ) net deed of ze sliep.
-hij toen naast haar ging liggen en haar op dezelfde plekken aanraakte zoals hij altijd deed.
-dat haar moeder toen ineens binnen kwam en vroeg waar hij mee bezig was.
- [verdachte] haar berichten stuurt dat hij haar nog 1 keer wil zien voordat hij verhuist naar Dubai.
Op vragen vertelde [slachtoffer] nog dat;
- [verdachte] haar bijna iedere avond aanraakte.
-dit is gebeurd tot begin 2014.
-het gebeurde op haar slaapkamer als hij haar naar bed bracht en in het appartement van [verdachte] op de [adres 1] .
-hij raakte haar aan bij haar vagina, borsten en probeerde haar te kussen.
-hij kuste haar bij haar mond.
-ze moest hem ook aanraken bij zijn lul.
-hij haar borsten kneedde en dit gebeurde onder haar kleding dus over haar naakte borsten.
-bij haar vagina heeft hij hetzelfde gedaan en als ze zei ophouden deed hij alsof hij dat niet hoorde.
-hij ging met zijn hand en zijn vingers tussen haar vagina en wilde ergens in.
-ze dat niet wilde en dit ook zei en zijn hand wegtrok.
-hij het dan niet deed.
-hij sterk is en ze haar benen dicht hield zodat hij er niet bij kon.
-hij ze (het hof leest in plaats van het woord ze: zei dat ze) haar mond open moest doen en hij met zijn tong in haar mond wilde gaan, maar dit lukte niet omdat ze haar mond dicht hield.
-ze hem ook moest aanraken.
-hij met haar hand naar zijn lul ging en dan aftrekkende bewegingen maakte totdat hij klaar kwam.
-hij met haar hand deed wat ze moest doen.

2.

Proces-verbaal van aangifte, dossierpagina 27 e.v., voorzover inhoudende als verklaring van aangeefster [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002, wonende te [adres 2] , zakelijk weergegeven:
(p.28)
Tegen wie wil je aangifte doen?
[verdachte] (
hof: de verdachte). Dat is een man waar mama een relatie mee heeft gehad.
Van welk feit wil je aangifte doen?
Omdat hij mij op plekken heeft aangeraakt waar ik niet aangeraakt wilde worden.
Waar bedoel je dan?
Mijn borsten, vagina en de rest van mijn lichaam.
Waar heeft dat misbruik plaatsgevonden?
Dat gebeurde bij mij thuis op de [adres 2] en bij hem thuis op de [adres 1]
Heeft het misbruik nog ergens anders plaatsgevonden?
Als we gingen fietsen dan gebeurde het ook. Ik zat dan bij hem achterop de fiets.
Ik had toen nog zelf geen fiets.
We fietsen altijd naar de Ikea en dan gebeurde het onderweg.
Als we gingen zwemmen gebeurde het ook. We gingen dan zwemmen in de Tongelreep in Eindhoven.
(p. 31)
Hoe was je contact met [verdachte] ?
Normaal, gewoon. Alleen sinds ik erachter kwam dat wat hij deed niet goed was ging ik steeds meer afstand houden en wilde ik niet meer met hem alleen zijn.
Waarom ben je hier?
Omdat mama’s ex mij heeft aangeraakt op plekken waar ik niet aangeraakt wilde worden en omdat ik daarvan aangifte wil doen.
Wie bedoel je met mama’s ex?
[verdachte] .
Op welke plekken raakte hij je aan?
Mijn borsten, vagina en mond.
Nog andere plekken?
Ja eigenlijk mijn lichaam.
Hoe vaak is dat gebeurd?
Sowieso iedere avond als hij niet weg was of als er geen ramadan was.
Welke keer kun je je nog het beste herinneren?
Toen mama erachter kwam. Hij kwam gewoon iedere avond mijn kamer binnen en dan was het hetzelfde verhaal.
Hoe is het dan begonnen?
Ik sliep vroeger bij mama in bed en dan lag ik altijd tussen hun in en zo is het begonnen.
Hoe is het dan begonnen?
Gewoon. We gingen dan slapen en dan lag ik tussen hun in. In de avond werd ik wakker en dan wil ik altijd wat drinken. Ik werd dan wakker en dan was hij bezig.
Wat was er dan bezig?
(p.32)
Dan pakte hij mij en dan trok hij mij naar zich toe en zo.
Dan ging hij aan mij zitten.
Wat deed hij dan?
Dan deed hij zijn handen bij mijn borsten en bij mijn vagina.
Wat deed hij dan met zijn handen bij jouw borsten?
Knijpen.
En wat deed hij dan met zijn handen bij jouw vagina?
Strelen.
Wat had je dan aan in bed?
Een kort broekje en een hemdje.
En als hij jou dan daar aanraakte deed hij dat op de kleding of onder de kleding?
Soms bovenop mijn kleding en soms onder mijn kleding.
Wat bedoel je met strelen over de vagina?
Aanraken.
Waar waren zijn vingers dan tijdens het strelen?
Gewoon erop.
Hoe stopte dat dan?
Dan wilde ik verder slapen en dan ging ik uit bed naar mijn eigen bed of ik ging aan de andere kant van mama liggen.
Zodat zij naast hem lag.
Heb je ook iets bij hem moeten doen?
Ja.
Wat dan?
Ik moest mijn hand op zijn lul neerleggen en dan deed hij zijn hand op mijn hand.
Dan ging hij op en neer totdat hij klaar was.
Hoe zo moest je je hand op zijn lul leggen?
Hij pakte mijn hand. Als ik mijn hand wegdeed dan pakte hij mijn hand weer.
En dan?
Dan moest ik mijn hand om zijn lul doen.
Je zei dat hij klaarkwam, wat is dat?
Dan stopte hij. Dan kwam er sperma uit zijn lul.
Waar bleef dat?
Dan ging hij uit bed en dan ging hij dat schoonmaken. Hij pakte dan doekjes.
Hoe ging het dan verder?
Als hij klaar was dan ging hij weer verder slapen.
(p. 33)
Je vertelde dat het begon toen je tussen mama en [verdachte] in lag in bed. Ging dat dan zo verder?
Nee want dan wilde ik niet meer. Ik vond het niet fijn. Dus ik sliep steeds vaker in mijn eigen bed. Ik dacht dan doet hij dat niet meer. Maar hij kwam dan midden in de nacht op mijn kamer binnen.
Hoe ging het dan bij jou op de kamer?
Dan lag ik in bed en ik hoorde de deur opengaan. Ik zag dan hem. Of ik lag te slapen en er kwam ineens iemand naast mij liggen waardoor ik wakker werd. Hij deed dan hetzelfde.
Wat bedoel je met hetzelfde?
Hetzelfde als wat gebeurde als ik tussen mama en hem inlag.
Hoe ging dat als hij bij je kwam liggen?
Hij ging onder de dekens naast mij liggen.
En dan zat hij aan jou, deed hij toen hetzelfde met zijn piemel?
Ja.
Wie weet er toen van wat er gebeurde?
Toen? Mijn beste vriendinnen op dat moment.
Wie waren dat?
[vriendin slachtoffer 1] en [vriendin slachtoffer 2] . (
hof: zie hierna bewijsmiddelen 5 en 7)
Hoe weten ze dat?
Ik had het tegen hun verteld wat er gebeurde.
Is er nog meer gebeurd?
Ja ik moest soms bij zijn appartement op hem gaan liggen of hij ging op mij liggen als ik aan het slapen was. Of ik was net wakker en dan kroop hij bij mij in bed en ging op mij liggen en zei dat we zo zouden ontbijten.
(p. 34)
Waarom moet je op hem gaan liggen?
Dan had ik mijn pyjama nog aan en hij had zijn kleding uit.
Als ik op hem lag en dan bleef ik gewoon stil zitten alsof ik hem niet snapte en dan ging hij op mij liggen.
Dan ging hij op en neer en zo.
Hij lag dan op mij en maakte dan bewegingen met zijn lichaam.
Wat voor bewegingen?
Van voor naar achter of zo.
Hoe was dan zijn lul?
Stijf.
Begrijp ik het goed dat jij je kleding nog aanhad?
Ja. In de ochtend dan lag ik wel met kleding aan maar in de avond dan probeerde hij dat uit te doen maar dan trok ik het weer aan.
Wanneer probeerde hij dat uit te doen?
In de avond.
Is dat ooit gelukt?
Ja.
Is het vaker gebeurd dat het lukt?
Ja.
Hoe kwam je kleding uit?
Hij trok dat gewoon uit en dan gooit hij het ergens neer.
En dan?
Dan deed ik mijn benen dicht en ik deed 1 arm voor mijn borsten en de andere voor mijn vagina. Hij probeerde deze altijd weg te doen. Als het niet lukte dan ging hij op mij liggen.
Dan probeerde hij mijn benen open te doen met zijn handen.
Zei jij nog iets?
Ik zei altijd stop en zo.
Wat heb je nog meer gezegd?
Dat het niet leuk was en dat hij moest stoppen.
Hij probeerde je benen uit elkaar te doen, is dat gelukt?
Ja
En dan?
Dan ligt hij en dan ligt zijn lul tussen mijn benen en dan probeert hij bij mij naar binnen te gaan maar dat lukt allemaal niet.
Ik deed mijn hand elke keer daar bij mijn vagina.
Waarom deed je dat?
Zodat hij niet naar binnen kon.
(p. 35)
Je hield je hand bij jouw vagina en hoe ging het dan verder?
Dan geeft hij het op en dan pakte hij mijn hand en die deed hij om zijn lul en dan moest ik hem aftrekken.
[Is hij] misschien met zijn vingers of een voorwerp bij jou naar binnen gekomen?
Met zijn vingers.
Vertel daar eens over?
Dan liggen wij in bed. Tenminste hij weer in mijn bed. Dan moet ik dat weer doen bij hem, dat aftrekken. Dan probeert hij met zijn vinger bij mij naar binnen te komen. Dat is hem een paar keer gelukt. Toen deed ik mijn benen helemaal dicht zodat hij niet meer daar kon bewegen. Dan als hij zijn hand terugtrok dan deed ik mijn benen open en dan trok hij zijn hand terug. Dan deed ik mijn benen weer dicht.
Waar ging die vinger dan naar binnen?
In mijn vagina.
Wat deed die vinger daar?
Op en neer.
Hoe vaak is hij met zijn vinger in jouw vagina geweest?
Niet zo heel vaak.
Wat bedoel je daarmee?
Niet iedere avond.
Als je nu een schatting moet maken, hoeveel denk je dan?
Dat lag er ook aan of we echt alleen waren. Het was steeds minder dat we alleen waren omdat ik niet meer alleen met hem wilde zijn. Het gebeurde niet meer iedere maand. De laatste paar jaren is het niet gelukt zeg maar. Alleen in de beginjaren.
Hoe komt dat?
Omdat ik steeds meer afstand van hem nam.
(p. 36)
Je vertelde ook dat je goed kon herinneren toen mama erachter kwam. Vertel daar eens over.
Ik was toen ziek en ik mocht toen in haar bed slapen. Mama en [verdachte] hadden al vaak ruzie toen. Wel iedere avond. Hij sliep niet meer zo vaak bij ons. Hij wilde mij toen beterschap wensen. Hij kwam naar boven. Mama zei dat ze er ook bij zou zijn. Hij zei dat ze maar beneden moest blijven en dat hij er zo aan zou komen. Ik lag een beetje te slapen, ik had mijn ogen dicht. Ik sliep niet echt. Hij kwam naast mij liggen en deed zijn broek uit. Hij begon mij kusjes te geven en zo. Hij probeerde mijn kleding uit te doen. Ik had heel veel kleding aan omdat ik het koud had. Hij ging onder mijn kleding en toen kwam mama binnen en toen zag ze dat.
Begrijp ik het goed dat hij onder de dekens lag?
Ja onder de dekens.
Wat heeft je moeder dan gezien?
Dat hij mij kusjes gaf en onder de dekens zat te bewegen.
Mama deed het licht aan.
Waar was hij mee bezig?
Kusjes geven en zichzelf aftrekken. Met zijn andere hand raakte hij mijn borsten aan onder kleren.
(p. 37)
In het informatief gesprek heb je ook verteld dat hij je kuste.
Hoe waren die kussen?
Lang.
Wat deed hij dan?
Dan deed hij zijn mond op die van mij en dan probeerde hij zijn tong in mijn mond en ik hield mijn mond dicht.
Lukte dat wel?
Nee, ik hield mijn mond dicht.
Hij hield zijn mond heel lang op die van mij.
Je zei dat er ook iets was gebeurd tijdens het fietsen?
Dan moest ik gewoon mijn hand op zijn lul doen en dan gewoon wrijven.
Gebeurden er nog andere dingen tijdens het fietsen?
Nee, alleen dat ik mijn hand in zijn broek moest doen maar dat ik hem dan gewoon wegtrok.
Hoe wist je dat je dat moest doen?
Omdat hij mijn hand pakte.
En dan?
Hij legde mijn hand bij zijn lul en dan hield hij zijn hand erop en dan maakte hij die bewegingen.
Hoe wist je dat je in zijn broek moest?
Omdat hij dat deed.
(p. 38)
Je vertelde ook iets over het zwemmen bij de Tongelreep, vertel daar eens alles over.
Ja we gingen zwemmen maar mama kan niet zwemmen. We gingen dan zwemmen en daarna aan de kant even uitrusten. Hij pakte mij dan en dan pakte hij mijn hand en deed mijn hand in zijn zwembroek. Dan deed hij zijn hand bij mijn borsten.
Hoe vaak is het met het zwemmen gebeurd?
Twee keer, daarna wilde ik niet meer zwemmen.
En hoe vaak tijdens het fietsen?
Vaak. Zeker 1 keer per maand, wel meer denk ik. Dat ligt er ook aan wat voor weer het was.
Opmerking verbalisanten: [slachtoffer] toont ons haar mobiele telefoon met diverse berichten van [verdachte] aan haar, beginnende op 27 februari. Er wordt besloten om deze mobiele telefoon verder te onderzoeken.

3.

Proces-verbaal van verhoor getuige, dossierpagina 53 e.v., voorzover inhoudende als verklaring van [moeder] , zakelijk weergegeven:
(p. 54)
Ik kreeg een huis aan de [adres 2] .
(p. 55)
Ik ben daar gaan wonen met [slachtoffer] .
Ik kreeg een relatie met [verdachte] (
hof: de verdachte).
V: Wanneer kreeg u deze relatie?
A: In 2010.
Hij woont in Eindhoven.
V: Tegen hem heeft [slachtoffer] aangifte gedaan?
A: Klopt.
V: Ging je weleens bij hem slapen?
A: [slachtoffer] en ik kwamen bij hem en hij bij ons.
V: Sliep [slachtoffer] ook wel eens ergens anders?
A: Toen ze 8 of 9 jaar was, vroeg ze of ze in mijn bed mocht slapen. Ik vond dat niet erg. Ze sliep dan in ons bed. Later toen ik een relatie had met [verdachte] gebeurde dit vaker. [slachtoffer] sliep dus soms in mijn bed. Ik bleef dan ook in mijn eigen bed. Als [verdachte] bij mij in bed lag sliep [slachtoffer] ook wel eens in ons bed. Ze sliep dan in het midden. Tussen mij en [verdachte] in.
(p. 56)
V: U zei dat u ook wel eens op bezoek ging bij [verdachte] , hoe ging dat daar?
A: Soms kwam [slachtoffer] daar ook tussen ons liggen.
V: Wat vond [slachtoffer] van [verdachte] ?
A: We deden zoveel samen. Het was zo goed. Ze wilde altijd mee als we ergens heen gingen. Ze was altijd zo vrolijk. Ik maakte wel ruzie met [verdachte] . Hij wilde niet trouwen en daarom liet hij mij niet bij zijn familie. De ruzies gingen over de familie. Verder hadden we het goed samen. [slachtoffer] en [verdachte] ging goed. De laatste jaren merkte ik wel dat [slachtoffer] veranderde. Als ik vroeg of we bij hem gingen slapen en ergens met hem heen gingen zei ze dat ze daar niet wilde gaan slapen en dat ze thuis wilde blijven. Als ik zei dat [verdachte] kwam was ze niet meer vrolijk. Dat was ze daarvoor wel. Als hij niet was geweest vroeg ze waar hij bleef maar later was dit niet meer zo.
V: U bent hier omdat ze (
hof: [slachtoffer]) aangifte heeft gedaan tegen [verdachte] , wanneer was het voor het eerst dat u hoorde dat er iets was gebeurd tussen [slachtoffer] en [verdachte] ?
A: Ik ging naar boven. Ik kwam boven en ik zag hem. Ik weet niet of [slachtoffer] sliep of wakker was. Ik zag dat [slachtoffer] op haar rechterzij lag. Ik zag haar gezicht niet. Ik trok de dekens weg en ik zag dat [verdachte] achter tegen haar aan lag. Hij lag met zijn buik tegen haar rug aan. Toen ik de dekens opentrok zag ik dat hij geen ondergoed aan had, hij droeg alleen een shirt. Ik schrok. [slachtoffer] had een los shirt en een onderbroek aan.
(p. 57)
Hij had geen onderbroek aan.
V: Op de vraag of er seks is geweest, wat zegt ze (hof: [slachtoffer] ) dan?
A: Ze zegt nee geen seks gedaan maar wel aanraken.

4.

Proces-verbaal verhoor van getuige, voor zover inhoudende als verklaring van [moeder] op 27 november 2018 ten overstaan van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Oost-Brabant, zakelijk weergegeven:
Ik heb gezien dat [verdachte] (
hof: de verdachte)met [slachtoffer] (
hof: aangeefster) in mijn tweepersoonsbed lag. Ik ben daar heel erg van geschrokken, want hij lag tegen haar aan met zijn shirt aan maar zonder onderbroek. Ze lagen allebei op hun rechterzijde en hij lag tegen haar aan. Daar zat geen ruimte tussen.
Desgevraagd zeg ik dat ik toen hij daar zo lag met [slachtoffer] , ik zijn geslachtsdeel niet heb gezien, wel zijn blote billen.

5.

Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 75 e.v., voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(p. 75)
Op dinsdag 19 juli 2016 werd door de aangeefster [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002 te [geboorteplaats]) aangifte gedaan van seksueel misbruik door [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1966 te [geboorteplaats] .
[slachtoffer] verklaarde dat ze diverse berichten via Whatsapp had gekregen van [verdachte] . De telefoon van [slachtoffer] werd vervolgens middels daarvoor bestemde apparatuur verder onderzocht en uitgelezen.
Ik zag diverse whatsapp berichten tussen “ [verdachte] ” met het telefoonnummer [telefoonnummer] en [slachtoffer] .
Ik zag dat het eerste gesprek begon op 27 februari 2016 te 20.59 uur en ik zag dat het laatste bericht was van 18 juli 2016 te 23.00 uur.
Ik zag dat alle berichten afkomstig waren van deze “ [verdachte] ”.
Ik zag dat [verdachte] berichten stuurde met daarin onder andere teksten zoals
-dat hij niet door kan gaan met zijn leven en niet kan leven zonder haar lach en haar kleine..
-dat hij hoopt dat ze begrijpt hoe belangrijk ze voor hem is en dat hij wil dat ze samenblijven voor altijd.
-dat hij haar wil vasthouden
-dat hij haar wil kussen en dit alles mist.
-dat hij hoopt dat ze hij hem blijft, dat ze samen blijven omdat er niets belangrijker is dan een man die je zijn leven kan geven.
-dat hij niet kan slapen zonder te kijken naar haar gezicht en lichaam.
(p. 76)
-dat hij in bed ligt en dat heel zijn lichaam haar wil.
-dat hij het mist om haar aan te raken.
-dat ze is als zijn adem voor hem.
-dat hij haar niet vergeet, niet nu en niet in de toekomst.
-dat hij zijn kussen knuffelt zoals hij haar wil knuffelen.
-dat ze moet luisteren naar “pretty young girl” en dat hij zich haar herinnert als hij hiernaar luistert.
-dat hij hoopt dat hij haar weer kan knuffelen zoals voorheen.
-dat hij de kussen van haar lippen mist.

6.

Proces-verbaal van verhoor getuige [vriendin slachtoffer 2] , dossierpagina 48 e.v., voorzover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(p. 49)
V: We hebben net gezegd dat het onderzoek gaat om seksueel misbruik. Wat heeft [slachtoffer]
jou hierover verteld?
A: Ze zei dat het was gebeurd en dat ik het geheim moest houden.
We zaten voor haar deur of bij haar binnen in huis toen ze mij dit vertelde.
Ze kon me vertrouwen.
V: Hoe was [slachtoffer] toen ze jou dit vertelde?
A: Ze was verdrietig en bang dat ik het door zou vertellen. Ze huilde en trilde. Ik knuffelde haar.
V: Wat bedoelde ze met “het” gedaan?
A: Ze vond het erg en kon er niet met veel mensen over praten. Ze heeft niet veel verteld, wel dat het is gebeurd. Ze was jong en bang.
V: Hoe weet je dan dat het om seksueel misbruik ging?
A: Dat vertelde ze. Op school werd er een keer een uitleg over gegeven. Ze zei daarna dat ze misbruikt was, dat iemand haar had aangeraakt op bepaalde plekken.
V: Wie was de persoon die dit bij haar gedaan had?
A: Ze zei een stiefvader of oom.

7.

Proces-verbaal van verhoor getuige [vriendin slachtoffer 1] , dossierpagina 62 e.v., voorzover inhoudende, zakelijk weergegeven;
(p. 62)
Jij bent vandaag naar het politiebureau gekomen omdat [slachtoffer] aangifte heeft gedaan bij de politie. Tijdens haar verklaring is jouw naam genoemd. Daarom willen wij jou enkele vragen stellen.
(p. 63)
Wie is [slachtoffer] ?
Dat is mijn beste vriendin.
Wanneer hoorde je voor het eerst dat er iets gebeurd was van [slachtoffer] ?
Dat was in de zomervakantie van groep 7 naar groep 8. Dat moet dus geweest zijn in de zomer van 2014.
Wat vertelde ze je precies?
Ik zag in die periode dat het steeds slechter ging met [slachtoffer] en ik merkte dat de relatie tussen de moeder en [slachtoffer] ook steeds slechter werd. Ik heb toen met [slachtoffer] daarover gesproken.
Hoe ging dat gesprek?
Ik vroeg wat er aan de hand was. [slachtoffer] zei dat ze het een half jaartje eerder al tegen haar moeder had verteld.
(p. 64)
Wat had ze verteld tegen haar moeder over [verdachte] ?
[slachtoffer] vertelde dat ze wakker was geworden en dat [verdachte] naakt langs haar had gelegen.
Hoe kwam het dat [slachtoffer] dit tegen jou vertelde?
Dat over [verdachte] en dat hij naakt bij haar lag heeft ze verteld omdat ik haar heb gevraagd wat er aan de hand was. Zij is daar niet zelf mee gekomen.
Hoe was [slachtoffer] toen ze dit tegen jou vertelde over wat [verdachte] had gedaan?
Ze was rustig maar wel boos.

8.

Proces-verbaal van verhoor getuige [vriendin slachtoffer 1] , dossierpagina 66 e.v., voorzover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(p. 66)
Jij bent vandaag naar het politiebureau gekomen omdat [slachtoffer] aangifte heeft gedaan bij de politie. Tijdens haar verklaring is jouw naam genoemd. Daarom willen wij jou enkele vragen stellen.
(p. 67)
Wie is [slachtoffer] ?
- Dat is een vriendin van mij.
Wanneer hoorde je voor het eerst dat er iets was gebeurd van [slachtoffer] ?
Ik zag dat [slachtoffer] ergens mee zat. Ik vroeg haar toen wat er aan de hand was. Zij zei dat ze het moeilijk vond om over te praten. Ik zei dat ze het maar gewoon moest vertellen en dat ze me kon vertrouwen. [slachtoffer] zei toen dat ze was misbruikt. Ik vroeg verder en vroeg wat ze
daarmee bedoelde.
Ik dacht in eerste instantie dat het misschien over slaan ging of zo. Ik wist in die tijd nog niet goed wat misbruikt betekende. Ze zei toen dat ze seksueel bedoelde. Ik vroeg haar door wie dat gebeurde. Ze zei daarop dat [verdachte] dat deed.
Hoe was [slachtoffer] toen ze tegen jou vertelde over seksueel misbruik?
(p. 68)
Ze had het moeilijk om het te vertellen. Nadat ze het had verteld begon ze te huilen. Ik heb haar toen getroost. [slachtoffer] zei dat ze het moeilijk vond om over te praten en dat bleek ook wel.

9.

De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb een relatie gehad met [moeder slachtoffer] . Zij woonde op de [adres 2] ongeveer 500 meter bij mij vandaan. [moeder] en haar dochtertje kwamen soms bij mij langs. Heel vaak ging ik ook naar de woning van [moeder] . Ik ging vooral in het weekend en dan bleef ik daar ook slapen. De laatste keer dat ik in de woning van [moeder] was, lag [slachtoffer] ziek in bed. Ik ben toen naar haar kamer gegaan. [moeder] en ik sliepen in een groot tweepersoonsbed. [slachtoffer] kwam vaak tussen ons in slapen. Mijn roepnaam is [verdachte] .

10.

De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep op 18 januari 2021 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
U, voorzitter, houdt mij voor het proces-verbaal van bevindingen opgenomen op pagina 75 van het dossier (
hof: zie bewijsmiddel 5 hiervoor), betreffende diverse Whatsapp-berichten die in de telefoon van aangeefster stonden afkomstig van “ [verdachte] ” en gericht waren aan aangeefster. Ik heb deze berichten aan [slachtoffer] verzonden.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Primaire standpunt raadsman
De raadsman van verdachte heeft primair vrijspraak van het laste gelegde bepleit. Daartoe heeft de raadsman - zakelijk weergegeven - ten verweer betoogd dat aangeefster de enige directe bron is waaruit blijkt dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Daarmee is niet voldaan aan het in artikel 342, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering neergelegde bewijsminimum.
Voorts heeft de raadsman betoogd dat er redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster. De raadsman heeft in dit verband (onder meer) verwezen naar de tegenstrijdigheden die de verklaringen van moeder vertonen met de verklaringen van aangeefster, de stellige ontkenning van verdachte en de omstandigheid dat verdachte, voordat hij aangeefster leerde kennen, zij al geestelijke problemen had die mogelijk haar beoordelingsvermogen over wat er is gebeurd hebben beïnvloed.
Het hof overweegt het volgende.
Volgens het tweede lid van artikel 342 Wetboek van Strafvordering - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
Het hof heeft geen redenen om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster, voor zover tot het bewijs gebezigd. Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid en juistheid van deze verklaring heeft het hof het navolgende betrokken.
i.
Aangeefster heeft uitgebreid en gedetailleerd verklaard over de seksuele handelingen, de frequentie ervan en waar, wanneer en onder welke omstandigheden die hebben plaatsgevonden. Bovendien is haar aangifte consistent met hetgeen zij tijdens het informatief gesprek heeft medegedeeld (
hof: bewijsmiddel 1)
ii.
Aangeefster heeft al voordat zij heeft besloten om aangifte te doen bij de politie aan meerdere personen, in meer of minder uitgebreide vorm, verteld dat zij seksueel is misbruikt door verdachte. Daarnaast verklaren deze getuigen dat aangeefster, toen zij ten overstaan van hen haar verhaal deed, zichtbaar geëmotioneerd was (
hof: bewijsmiddelen 6, 7 en 8).
iii.
Op geen enkele wijze is aannemelijk geworden dat, indien al juist zou zijn dat aangeefster, voordat de verdachte haar leerde kennen, geestelijke problemen had, die problemen haar beoordelingsvermogen ten aanzien van hetgeen de verdachte met haar heeft gedaan heeft beïnvloed.
iv.
De verklaringen van aangeefster vinden steun in overige bewijsmiddelen, zoals
a.
de verklaring van de moeder van aangeefster (
hof: bewijsmiddelen 3 en 4):
De raadsman heeft gesteld dat de verklaringen van aangeefster met die van haar moeder verschillen en dat daardoor laatstgenoemde verklaring niet tot steunbewijs kan dienen en dat die verschillen ook ernstig afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster.
Het hof volgt de verdediging niet in dit standpunt nu – zoals de rechtbank terecht heeft overwogen – zowel aangeefster als haar moeder verklaren dat verdachte vaak in hun woning verbleef, dat verdachte dan in hetzelfde bed bij aangeefster en haar moeder lag en dat aangeefster dan tussen hen in lag. Verder heeft de moeder verklaard dat zij één keer heeft gezien dat verdachte met ontbloot onderlichaam tegen aangeefster in bed lag. Ook stemmen beide verklaringen daarin overeen dat aanvankelijk de band tussen aangeefster en verdachte goed was maar dat deze steeds slechter werd en dat aangeefster ook niet meer naar verdachte toe wilde. De moeder van aangeefster heeft ook ten overstaan van de rechter-commissaris in de kern consistent verklaard.
Gelet op dit alles is het hof van oordeel dat de verklaringen van aangeefster en haar moeder in de kern consistent en betrouwbaar zijn. Dat zij wellicht op detailniveau uiteenlopen, geeft het hof geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid en de juistheid van de door hen afgelegde verklaringen, nu deze verschillen van ondergeschikte aard zijn en bovendien kunnen worden verklaard door het tijdsverloop tussen de bewezen verklaarde handelingen en het tijdstip van de verklaringen.
Bij dit alles betrekt het hof met de rechtbank dat zowel aangeefster als haar moeder ook hebben verklaard over de leuke dingen die ze met verdachte hebben gedeeld hetgeen bijdraagt aan de geloofwaardigheid van beider verklaringen.
b.
App-berichten (
hof: bewijsmiddel 5)
Ook de inhoud van de tot bewijs gebezigde app-berichten, waarvan betrokkene heeft verklaard dat hij deze aan aangeefster heeft verzonden (
hof: bewijsmiddel 10), biedt steun aan de verklaring van aangeefster voor zover tot bewijs gebezigd.
De raadsman heeft zich met betrekking tot deze app-berichten op het standpunt gesteld dat deze geen seksuele strekking hadden, dat deze moeten worden gezien tegen de culturele achtergrond van verdachte en dat hij daarin alleen maar zijn liefde als vader jegens aangeefster heeft willen uitdrukken en dat vanwege de gebrekkige beheersing van de Engelse taal, verdachte in die berichten die liefde op een ongelukkige wijze heeft uitgedrukt.
Het hof gaat aan dit standpunt voorbij nu de inhoud van voormelde app-berichten niet anders kan worden begrepen als hebbende een seksuele strekking, niet passend bij een vaderlijke relatie die verdachte met aangeefster zegt te hebben gehad. De andere culturele achtergrond van verdachte doet hieraan niet af.
Eindconclusie ten aanzien van het primaire standpunt raadsman
Op grond van vorenstaande feiten en omstandigheden, een en ander in onderlinge samenhang en (tijds)verband bezien ook met hetgeen overigens uit de bewijsmiddelen naar voren komt, acht het hof, anders dan door de verdediging is betoogd, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Subsidiair standpunt raadsman
Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat wanneer het hof tot een bewezenverklaring zou komen, deze beperkt dient te blijven tot de keer dat de moeder van aangeefster de verdachte met aangeefster in bed aantrof en dat bewijs ontbreekt dat verdachte gedurende de gehele ten laste gelegde periode ontuchtige handelingen met aangeefster heeft gepleegd.
Het hof verwerpt dit subsidiaire standpunt van de verdediging.
Zoals hiervoor bij de bespreking van het primaire standpunt overwogen heeft het hof geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster, voor zover tot het bewijs gebezigd. Uit deze aangifte volgt dat verdachte gedurende een langere tijd ontuchtige handelingen jegens aangeefster heeft gepleegd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.

en

met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.
De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en aftrek van voorarrest. Tevens heeft de rechtbank als bijzondere voorwaarde een contactverbod opgelegd met [slachtoffer] waaronder niet vallen contacten van of door tussenkomst van de advocaat van verdachte met genoemde persoon. De advocaat-generaal heeft zich achter deze strafoplegging geschaard. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof omtrent de toerekenbaarheid van de feiten aan verdachte, heeft gewezen op het tijdsverloop nu de aangifte is van 2016 en de feiten dateren uit de periode van 2010 tot en met 2014, de omstandigheid dat verdachte first offender is en dat er een laag recidiverisico bestaat. Volgens de verdediging kan worden volstaan met een maximale werkstraf in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde een contactverbod als door de rechtbank opgelegd.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Het hof heeft bewezen verklaard dat verdachte gedurende een periode van ongeveer vier jaren aangeefster, die de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, heeft misbruikt door meerdere malen seksueel binnen te dringen in haar lichaam en meerdere malen ontuchtige handelingen jegens haar te plegen.
De bewezenverklaarde lange periode van misbruik, gepleegd jegens een jong kind, in haar eigen huis en veelal ook in haar eigen bed, maken de bewezenverklaarde feiten tot zeer ernstige feiten. Verdachte heeft daarbij op geen enkele wijze rekening gehouden met het slachtoffer en heeft alleen gedacht aan de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften.
Zoals blijkt uit de slachtofferverklaring is een grote inbreuk op de geestelijke en lichamelijke integriteit van het slachtoffer gemaakt.
Gelet op de aard, ernst en duur van de bewezen verklaarde feiten en de gevolgen voor het slachtoffer kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf, die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van lange duur met zich brengt. Het standpunt van de verdediging dat met een maximale werkstraf kan worden volstaan wordt gelet hierop door het hof verworpen.
Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Zo blijkt uit een omtrent verdachte opgesteld pro justitia rapport d.d. 8 juni 2020 en de daarop ter terechtzitting in hoger beroep door de deskundige [naam deskundige] (GZ-psycholoog) gegeven toelichting dat de ten laste gelegde feiten volledig aan verdachte zijn toe te rekenen en dat er geen aanwijzingen zijn dat verdachte detentie-ongeschikt is.
Tenslotte blijkt uit het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 5 november 2020 dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of kortere straf dan door de rechtbank opgelegd en door de advocaat-generaal gevorderd, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 10 maanden met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002.
Vorenbedoeld contactverbod met [slachtoffer] strekt ertoe om te verzekeren dat zij gedurende de proeftijd niet met verdachte wordt geconfronteerd. Anders dan de rechtbank brengt het hof op het contactverbod niet de beperking aan dat onder het contactverbod niet vallen contacten van of door tussenkomst van de advocaat van verdachte met [slachtoffer] .
Met oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Aan dit alles doet niet af het gestelde van de verdediging omtrent het tijdverloop, nu zaken als de onderhavige, waarin sprake is van misbruik van een jong kind, vaak daardoor worden gekenmerkt dat daarvan door het slachtoffer op wat oudere leeftijd aangifte wordt gedaan. Vanaf het moment dat in de onderhavige zaak aangifte is gedaan is er sprake geweest van een voortvarend procesverloop.
Voorlopige hechtenis
Het hof zal het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis opheffen, welk bevel op 1 juni 2018 is geschorst.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 244 en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is contact te leggen of te laten leggen met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis, welk bevel op 1 juni 2018 is geschorst.
Aldus gewezen door:
mr. M.J.H.J. de Vries-Leemans, voorzitter,
mr. N.J.L.M. Tuijn en mr. Y.G.M. Baaijens- van Geloven, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.H.W. van der Meijs, griffier,
en op 1 februari 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.In de hierna volgende bewijsmiddelen wordt - tenzij anders vermeld - verwezen naar het proces-verbaal van de politie eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche-Zeden met nummer 2016066702, onderzoek OBRBC16079 Maltezer, gesloten op 17 mei 2018 door [agent] , hoofdagent, met bijlagen, bestaande uit in wettige vorm opgemaakte processen-verbaal en/of geschriften, doorgenummerde pagina’s: 108.