ECLI:NL:GHSHE:2021:244
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van afwijzing verzoek voogdij aan grootmoeder na overlijden beide ouders, kind al sinds geboorte in perspectiefbiedend pleeggezin
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voogdij van een minderjarige, geboren in 2019, die sinds zijn geboorte in een perspectiefbiedend pleeggezin verblijft. De grootmoeder van de minderjarige, verzoekster in hoger beroep, had verzocht om haar te belasten met de voogdij, nadat beide ouders van het kind door zelfdoding waren overleden. De rechtbank Oost-Brabant had eerder, op 12 december 2019, het verzoek van de grootmoeder afgewezen en de Stichting Jeugdbescherming Regio Oost-Brabant als voogd aangesteld. De grootmoeder was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 december 2021 is de grootmoeder, bijgestaan door haar advocaat, gehoord, evenals de vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling (GI). De raad heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat de grootmoeder niet in staat is om de voogdij op zich te nemen, gezien de problematische verhoudingen tussen de grootouders van moederszijde en vaderszijde. De raad heeft benadrukt dat het in het belang van de minderjarige is dat hij in het pleeggezin blijft, waar hij veilig en stabiel is opgegroeid.
Het hof heeft de argumenten van de grootmoeder en de raad gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de voogdij bij de GI moet blijven. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De grootmoeder kan niet garanderen dat het contact met beide families gewaarborgd is zonder de neutrale rol van de GI. De beslissing van het hof benadrukt het belang van stabiliteit en continuïteit in de zorg voor de minderjarige, die al zijn hele leven in het pleeggezin verblijft.