3.11.1.Voordat het hof over zal gaan tot een inhoudelijke beoordeling van de verzoeken van de moeder, overweegt het hof het volgende. De advocaat van de moeder heeft bij brief van 19 juli 2021, derhalve na het sluiten van de mondelinge behandeling op 13 juli 2021, het volgende aan het hof, met een afschrift van deze brief aan de betrokken partijen, geschreven:
“(…)
Geen behandeling van verzoek ex artikel 810a Rv
Na de mondelinge behandeling realiseerde ik me dat het verzoek tot benoeming van een deskundige dat namens moeder gedaan is in beide zaken niet op de zitting behandeld is.
Voor zover dit een bewuste keuze van het hof is geweest omdat het verzoek voor toewijzing in beide zaken gereed ligt nu het door geen van de procespartijen betwist is, kunt u deze brief als niet verstuurd beschouwen met uitzondering van de reactie op de samenvatting van het horen van [minderjarige 1] .
Voor zover dit echter geen bewuste keuze is geweest maar een gevolg van de hectiek van de zitting, vraag ik u hierbij om een nieuwe mondelinge behandeling van beide zaken, dan wel voor zover nodig om heropening van beide zaken. Het verzoek van moeder om een deskundige ex artikel 810a Rv te benoemen is immers niet behandeld ter zitting en verdient wel een zorgvuldige behandeling.
Mocht het hof niet bereid zijn om een nieuwe mondelinge behandeling te plannen dan kan ik niet anders dan namens mijn cliënte het hof te wraken vanwege vooringenomenheid. Namens cliënte verzoek lk u in dat geval deze brief als een wrakingsverzoek te beschouwen.
(…)”
3.11.2.Het hof stelt voorop dat de mondelinge behandeling strekt tot het toelichten van verzoeken en standpunten van partijen en belanghebbenden en tot het stellen en beantwoorden van vragen ten overstaan van de rechters die de beslissing zullen nemen. Indien partijen bijzondere aandacht willen vragen voor onderwerpen van belang voor het hoger beroep ligt het op de weg van partijen en hun advocaten deze onderwerpen tijdens die mondelinge behandeling aan de orde te stellen. Mede daarvoor dient immers de mondelinge behandeling. Indien onderwerpen, zoals een verzoek ex artikel 810a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), tijdens de mondelinge behandeling niet aan de orde gesteld worden maar wel in het beroepschrift zijn benoemd, ligt het uiteraard op de weg van het hof daaromtrent gemotiveerd te beslissen. In onderhavig geval hebben de advocaat en de moeder tijdens de mondelinge behandeling de gelegenheid gehad de standpunten nader toe te lichten en te reageren op hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen. Tijdens de eerste termijn heeft de advocaat van de moeder, kennelijk anders dan zij zich enkele dagen na de mondelinge behandeling herinnert, expliciet verwezen naar het verzoek ex artikel 810a Rv zoals geformuleerd in het beroepschrift. De omstandigheid dat de overige partijen hier tijdens de mondelinge behandeling niet meer nader op hebben gereageerd, betekent niet dat er grond is de mondelinge behandeling te heropenen. Van schending van het beginsel van hoor en wederhoor is, voor zover daarop beoogd wordt een beroep te doen, niet gebleken. Ook overigens ziet het hof tot het heropenen van de mondelinge behandeling, noch daargelaten de toon en strekking van de brief van 19 juli 2021, geen enkele aanleiding. Evenmin ziet het hof, gelet op de bewoordingen van de brief, aanleiding de brief aan te merken als een wrakingsverzoek. Het hof gaat dan ook over tot de inhoudelijke beoordeling en betrekt daarbij alle overgelegde processtukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandelingen aan de orde is geweest.
3.11.6.Het hof is van plan de volgende vragen aan de te benoemen deskundige voor te leggen:
- hoe kunnen de ontwikkeling en het huidige functioneren van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] worden beschreven aan de hand van de volgende gebieden: cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en gehechtheidsontwikkeling?
- indien er sprake is van een verstoorde ontwikkeling op één of meer ontwikkelingsgebieden, wat kan hiervan de oorzaak zijn en in hoeverre vraagt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] als gevolg daarvan meer dan gemiddelde pedagogische vaardigheden van haar opvoeders?
- wat zijn de pedagogische en affectieve mogelijkheden en beperkingen van de moeder in relatie tot [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] , met name wat betreft haar opvoedingsstijl, haar inzicht in eigen pedagogische en affectieve mogelijkheden en beperkingen en haar relatie tot en de interactie met [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ?
- zijn er indicaties voor nader persoonlijkheids- en/of psychiatrisch onderzoek van de moeder?
- zijn er indicaties voor specifieke hulpverlening voor de moeder en zo ja, in welke vorm en waar dient deze zich dan op te richten?
- wat zijn de (contra)indicaties voor een thuisplaatsing bij de moeder? In het bijzonder wordt verzocht de andere kinderen en hun eventuele thuisplaatsing daarbij te betrekken;
Indien een thuisplaatsing (op korte of lange termijn) wordt geadviseerd:
- hoe kan de thuisplaatsing vormgegeven worden, zodanig dat dit de ontwikkeling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ten goede komt?
- is hierbij professionele begeleiding nodig en zo ja, aan welke begeleiding wordt gedacht?
Indien thuisplaatsing niet wordt geadviseerd:
- indien het hof op basis van de beantwoording van bovenstaande onderzoeksvragen tot het oordeel komt dat de moeder ongeschikt of onmachtig is om haar plicht tot verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] te vervullen, welke gevolgen zou dit dan hebben voor (de ontwikkeling van) [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] ?
- welke gevolgen zou een beëindiging van het gezag van de moeder over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] , dan wel de afwijzing van het verzoek van de raad tot beëindiging, hebben voor (de ontwikkeling van) de kinderen?
- in hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren, die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar die wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen en/of bij eventueel te nemen beslissingen?