Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Ik zie en ik merkte dat de man mij wil zoenen. Ik weet niet of hij mij gekust heeft. Het is net wel of net niet.’Gelet op het vorenstaande kan het hof met onvoldoende zekerheid vaststellen dat de verdachte aangeefster [slachtoffer 3] die betreffende dag heeft gezoend en dusdoende haar heeft aangerand als is ten laste gelegd.
, was betrokkene ongetwijfeld psychotisch maar hij beschikt, naar de mening van ondergetekende nog altijd over een deel van de sturingsmogelijkheden van zijn gedrag die hem gewoonlijk ter
was betrokkene echter dermate psychotisch dat hij niet meer beschikte over sturingsmogelijkheden voor zijn gedrag. Ondergetekende adviseert daarom om hem de overige ten laste gelegde feiten, alle gepleegd op 4 april 2019, niet toe te rekenen.’
is betrokkene geleidelijk, om niet geheel duidelijke redenen, anders dan een innerlijke kwetsbaarheid daarvoor, psychotisch geworden (toegenomen agitatie, in kracht toegenomen betrekkingsideeën en een daardoor verstoorde realiteitstoetsing). Mogelijk heeft zijn cannabisgebruik daarbij faciliterend gewerkt. Betrokkene was geïrriteerd door een telefonisch contact met de psychiater, er was geen instant rookwaar aanwezig en er was een sluimerende wrok naar vader. Vanuit de verstoorde realiteitstoetsing heeft betrokkene zijn agitatie vorm gegeven door met zijn vuist uit te halen naar zijn vader.
, hetgeen twee weken later plaatsvond, was de psychose nog verder versterkt, mogelijk ook door hernieuwd cannabisgebruik alsmede uitputting (impulsieve reis naar Frankrijk, weinig geslapen) en opgelopen frustratie aangaande de verkoop van zijn auto. Afgaande op de gegevens in het PV alsmede dat hij ’s middags voor het tenlastegelegde reeds een spoedintake bij de GGZ had gehad (alwaar men uitging van een psychotisch toestandsbeeld) kan gesteld worden dat zijn realiteitstoetsing volledig verstoord was.
zou onderzoeker uw rechtscollege in overweging willen geven om dit verminderd toe te rekenen. Betrokkenes realiteitstoetsing was al verstoord maar waren er voor hem toch nog wel, zij het ingeperkt, aanwezige gedragsalternatieven. Ook bleek uit zijn verklaring in het PV dat hij een dag later bij zijn verhoor (pg 21) net na het slaan van vader al een besef had iets verkeerds te hebben gedaan.
lijkt betrokkene nog meer psychotisch te zijn geworden en lijken er voor hem bijna geen andere gedragsalternatieven tot zijn beschikking meer te hebben gestaan. In deze zou onderzoeker in overweging willen geven het tenlastegelegde onder 2-5 niet toe te rekenen.’
benadeelde partij [slachtoffer 4]heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 659,28 bestaande uit kosten voor een dekbed, hoeslaken, bed en reiskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente. De politierechter heeft de benadeelde partij bij vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van zijn oorspronkelijke vordering.
benadeeldepartij [slachtoffer 2]heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 776,60 bestaande uit € 26,60 aan reiskosten en € 750,- aan smartengeld, te vermeerderen met de wettelijke rente. De politierechter heeft de vordering bij vonnis waarvan beroep integraal toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
benadeelde partij [slachtoffer 5]heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 222,64 bestaande uit herstel schade vernielde dakgoot, te vermeerderen met de wettelijke rente. De politierechter heeft de vordering bij vonnis waarvan beroep integraal toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- dat de veroordeelde zich binnen twee werkdagen na het onherroepelijk worden van dit arrest meldt bij verslavingsreclassering Novadic-Kentron te Uden, [adres 5] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- dat het de veroordeelde gedurende de proeftijd meewerkt aan controle van het gebruik op alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- dat de veroordeelde zich ambulant laat behandelen en/of begeleiden door de GGZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de GGZ of een soortgelijke zorgverlener nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
[slachtoffer 4]niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
[slachtoffer 2]niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
[slachtoffer 5]niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;